369. Prentbriefkaart aan L. Chevasson: Lugano, 26 december 1929
Lugano, donderdag.
Beste Louijs,
Van Malraux zal je wel gehoord hebben waar ik op het ogenblik ben. Zojuist heeft Holst me de post gebracht: geen Soulier en ook geen brief. Het koude zweet stond op mijn voorhoofd en mijn haar recht overeind; ik riep uit: ‘Onwaardige vriend!’ enz. Ik hoop dat je het toch nog goedmaakt, ondanks de ongetwijfeld verderfelijke invloed van de brave Blancheteau. - Geen nieuws; alles is rustig; op de zuiplappen na die nu eenmaal bij Kerstmis horen. Een hand. Je
EdP