11. Aan C. Wolfers-Petrucci: Nice, 26 december 1924
Nice, Hotel d'Europe, 26-XII-'24.
Beste Clairette,
Ik ben zo vrij je te schrijven omdat ik, nogal plotseling, een idee heb gekregen: ik zou je graag om tekeningen willen vragen voor een verhaal dat ik van plan ben binnenkort te schrijven, misschien hier, misschien ergens anders; maar waarschijnlijk hier omdat ik niets te doen heb en liever een tijdje op één plaats blijf. Al bijna een maand zwerf ik nu rond en het lukt me maar niet om me ergens thuis te voelen. Eerst was ik heel blij naar Parijs te kunnen gaan; toen ik er eenmaal was had ik zin om terug te keren naar Brussel; weer in Brussel, voelde ik me aangetrokken tot de Côte d'Azur en ben teruggegaan naar Parijs; van daaruit naar Lausanne, waar het koud was en het leven duur. Ik ben weggevlucht naar Pallanza, omdat ik dacht dat het klimaat daar tegen dat van de Rivièra op zou wegen. Inderdaad was het klimaat er niet zo slecht, maar het was in dat gat een hopeloos doodse boel. Het was niet om uit te houden; na een week, en na een ander verhaal te hebben afgemaakt waar ik in september aan was begonnen, ben ik naar Milaan gegaan en vandaar naar San Remo waar ik dacht te blijven. Onmogelijk, ik had genoeg van charmante badplaatsjes en slaapverwekkende avonden; al de volgende dag heb ik weer de trein genomen, en nu ben ik dan in Nice, waar ik niet van hield. Misschien een reden om er nu van te houden, eigenlijk is het zo gek nog niet. Om me te binden heb ik mijn kamer voor tien dagen vooruit betaald. Ik zal dus zeker hier tot 6 januari zijn.
Dit was wat de verteller betreft, laten we het nu over het verhaal hebben. Als het mij lukt om te maken wat ik zou willen, dan wordt het een vreselijk kuise geschiedenis. Het zou moeten gaan over een jongeman die hunkert, maar zo platonisch mogelijk, naar een jong meisje en die zich, uiteraard, ‘heel erg’ druk maakt over dat gehunker. En dat moet breed uitgesponnen worden, het hele verhaal vullen. Dan opeens, op het meest onverwachte ogenblik, plukt het meisje een bloem en steekt die in het knoopsgat van de jongemaa De jongeman is in de zevende hemel. Doek.
Dat is alles. Maar het moet wel vrij goed ‘doordacht’ zijn. Plotseling - en ik verzeker je dat ik daar van tevoren niet bij heb stilgestaan - dacht ik aan jou om het te illustreren. Wil je 3 of 4 tekeningen maken? Sinds ‘Het Roerend Bezit’ amuseer ik mezelf met het schrij-