Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd335. Aan G. Burssens: Gistoux, 1 oktober 1929Gistoux, Dinsdag 1 Oktober. Beste Burssens, Jammer dat ‘de-boosheid-van Br. - met-onze-minachting’ (zooals Kramers zegt) niet meer in D.G.W. van deze maand kon worden ondergebracht. Muls is een beste vent maar tot meewerken aan Vl. A. krijgt hij mij niet meer. Een blad dat niet betaalt en niet eens een bewijsnr. geeft is mij wat stèrk van opvatting. Bovendien heb ik zo goed als niets en als men wat inzendt komt het altijd eerst een half jaar later in het blad (en zonder dat men er iets van weet)! Ik wil met genoegen gratis aan een blad meewerken, maar dan toch aan een blad dat mijn volle sympatie heeft? Strengholt is een poen van een vent. Wees blij dat hij het zaakje niet op zich heeft genomen-je zou met advokaten en dgl. moeten werken aan het eind. ‘De Spiegel’Ga naar voetnoot1. is mij onbekend, maar kan licht fatsoenliker zijn. Natuurlik was de grote Marsman boos dat de Hollanders (d.w.z. hij en nogmaals hij) niet gevraagd werden.Ga naar voetnoot2. Het is een kleinzielige rotkerel, die ik met genoegen een draai om zijn oren zou geven; een onuitstaanbaar ambitieus manneke. Kloos heeft hem avant la lettre bezongen met deze 2 regels: Gij stàpt met tóórnig ópgestreken zeilen,
En kuif, parmantig in de hoogte stekend...
Ik heb eens een kwatrijn op hem geschreven dat hierbij gaat, en dat ik nog wel eens publiceren zal. | |
[pagina 414]
| |
Op een kleine dictator.
Het mannetje van Mars doet alles wat hij kan
dat men zijn sjibbolet niet houde voor een farce -
maar als de zon weer schijnt, blijkt zonneklaar: zijn mars
is niet zo groot, hoezeer ook groter dan de man.
*
Ik ben benieuwd naar je bundel; wanneer komt hij nu uit? En mèt of zonder illustraties van Jespers?-Wanneer verschijnen Paul's kritieken? Heb je dat uittreksel uit onze korrespondentie al aan Muls gegeven? O, ik lees daar in je brief dat je bundel eind November uitkomt. Kan je me niet wat drukproeven sturen? Ik ben er zeer benieuwd naar, vooral naar de indeling en zo, want de verzen zelf zijn me over het algemeen bekend(?). Wat neem je nu als titel? Zou je ook niet enige van je oudere verzen voorin zetten, o.a. dat aardige ding dat eindigt met: ‘en kinderen zingen de Internationale’?Ga naar voetnoot3. Ik kreeg gisteren van de heer Lonnes (die wèl een rasechte Duitser blijkt te zijn) een vertaling van Ieder Zijn Kwelling (uit B. Gebr.a. - Ernst). Ik ken betrekkelijk slecht Duits, maar de toon van het geheel leek mij uitstekend getroffen. Het is alleraardigst dat die Lonnes zich zo voor Hollands-Vlaamse produktie interesseert; ik zou er als vreemdeling niet over dènken! Ik heb hem-een beetje brutaal misschien-naar zijn ‘geloof’ in deze gevraagd; zien of hij antwoordt. Nu, beste, tot nader. Kom je in de winter niet eens in Brussel me opzoeken? Steeds hartelikst je EdP. |
|