Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd228. Aan N.A. Donkersloot: Brussel, 5 januari 1929Brussel, 5.1.29. Waarde Donker, Te oordeelen naar het kiekje ben je een stevige knaap! en denkt men eerder aan den tijd waarin je zeeman wasGa naar voetnoot1. dan aan je tegenwoordig bestaan. Het zou toch treurig zijn als je nooit meer uit die streken wegkon, maar is dat nu werkelijk zoo, of zie je den toestand op het oogenblik wat moedeloos in? Greshoff zei mij een tijdje geleden dat, als je serieus een kuur deed, je wschl. naar Holland terug zou kunnen gaan. En dan is er in ieder geval toch nog de zee: denk aan Stevenson en de Zuidzee-eilanden. Ik voel mij samenkrimpen bij het idee dat je nooit meer uit Davos en Arosa zou wegkunnen, hoe lief die plaatsjes misschien ook zijn. Natuurlijk, men komt vrij ver met een zekere philosofie, maar het vleesch is niet altijd zwak en komt soms schrikbarend in verzet. Ikzelf ben door omstandigheden langen tijd in deze oorden gehouden waar ik ook maar half voor mijn plezier zit; maar over een paar dagen ga ik weer (zij het voor korten tijd) naar ItaliëGa naar voetnoot* en den volgenden winter hoop ik zelfs naar Sicilië te gaan, vnl. om er te werken. Schrijf me eens of ik je plezier kan doen met wat boeken - vnl. Fransche natuurlijk, gegeven mijn woonplaats. Er gaat zooveel door mijn handen dat ik je met het grootste plezier van tijd tot tijd een pakje zenden zou. Ken je Vasco van Marc Chadourne? Les Conquérants van André Malraux? Of schrijf me welk genre, welke groep het meest je belangstelling heeft. Ken je overigens dat mooie verhaal van Stevenson - en dat iemand in jouw omstandigheden dubbel apprecieeren moet - dat Will o' the Mill heet en dat voorkomt in den bundel The Merry Men and other stories? Zoo niet, zeg het mij, en ik zend je het boekje op. (Het gaat om den man die hunkert om weg | |
[pagina 309]
| |
te gaan en die tenslotte dit verlangen bedwingt, blijft, en tòch het ‘Geluk’ vindt.) Daar is ook nog een ander verhaal in dien bundel dat uitstekend is en dat Markheim heet; de rest is zoo-zoo... Heeft Greshoff je geschreven dat de door jou gevraagde werken uitverkocht zijn? Van Ledegouwer had men zelfs nooit gehoord. Kan je me eenige aanwijzingen geven, dan zal ik na mijn terugkeer eens zelf voor je zoeken. Men kent hier alleen maar Ledegànck! Als je me terugschrijft, doe het dan aan het volgende adres: 28 Avenue Emile Duray, Bruxelles. Ik geef dit appartementGa naar voetnoot2. op, zoodat ik, als ik terugkom, eenige tijd bij mijn moeder zal moeten intrekken. Ik denk eind van de maand terug te zijn. En daar merk ik dat ik vergat je het allerbeste toe te wenschen met dit nieuw ingetreden tijdperk! Ik hoop van harte dat je wèl den een of anderen trein zult kunnen nemen, nog binnen 1929. In ieder geval tot nader, hoop ik. Een ferme hand van je EduPerron
P.S. - Ik bekijk het kiekje weer eens. Er is een allergrappigst tooneeltje dat zich afspeelt op het 2e en 3e ‘plan’: die twee mannetjes die dat erge slanke vrouwtje zoo nakijken dat wegwandelt in de zon. (En ik vergeet natuurlijk niet dat jij dat vrouwtje een minuut eerder ‘in de oogen moet hebben geschouwd’.) |
|