Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd227. Aan A.C. Willink: Brussel, 4 januari 1929Brussel, 4.1.29 Beste Willink, Het volgende in haast: ik maak n.l. mijn voorbereidselen om voor 14 dagen naar Italië te gaan. Vóór 26 Januari moet ik hier terug zijn omdat Malraux dan overkomt voor een lezing in ‘Le Centaure’. Het Holland-nr. van ‘Variétés’Ga naar voetnoot1. is nog steeds niet verschenen, maar er wordt aan gewerktGa naar voetnoot* Bovendien is er kans dat wij een paar foto's van je plaatsen in de ‘Holl. Revue’,Ga naar voetnoot2. die met '29 voor een groot deel door Greshoff wordt geredigeerd. Het is jammer dat Gr. niet een tijdje in Holland kan doorbrengen; hij zou er anders veel voor voelen om een uitgebreide studie over je te schrijven in ‘Onze Kunst’. Nu bespreekt hij allerlei Belzen, als Stobbaerts, Tytgat, etc. Aan den anderen kant, als je hier komt, kan je toch ook niet al je bakbeesten meebrengen! Maar breng mij in ieder geval mijn portretGa naar voetnoot3. terug; ook dàt kan nog eens ergens te pronk worden gezet. Misschien kom je in Februari; het is dan nog koud, maar toch gaan we wschl. in die maand al terug naar Gistoux. Je weet dat je daar welkom bent; dus | |
[pagina 308]
| |
schrijf me tegen 25 Jan. aan het adres v./m. moeder: 28 avenue Emile Duray (van hier ben ik dan al weg). Nu, beste, het beste natuurlijk ook met het Nieuwe Jaar! Hartelijke groeten, ook van Simone, en van je EdP. |
|