92. Aan P. van Ostaijen: Brussel, 23 november 1927
Brussel, Woensdagavond.
Beste van Ostaijen,
Je hebt verdomme alweer gelijk! Ik heb je brief gelezen en kan niet anders meer willen dan verschijnen met Februari (niet met Januari). Het is voor alles beter, misschien ook voor de vorm van het blad zelf. Wij moeten echter met 64 blz. verschijnen, of minstens 56. - In nr. 1. komt dan: Boere-charleston en Alpejagerslied (2 blz.), een stuk proza van Blijstra (3 blz.), iets van Burssens (1 blz.), iets van Dinger (1 blz.), het hele Huize-aan-Zee (36 blz.), proza van jou (5 blz.); dat zou nog maar maken 48 blz. - (wat duivel, heb je 't ook misschien al zo uitgerekend?) - dus je ziet: ook als Burssens, Blijstra en Dinger ieder een blz. erbij krijgen, dan is er nòg ruimte. De vraag is: in hoeveel exx. moet het blad gedrukt worden? Als het 200 exx. is, dan moeten wij rekenen op ± 250 frs. de 16 blz., dus op 750 frs. de 48 blz., d.i. op ± 53 gld. Blijstra, Dinger en ik wilden ieder fl. 10 in de maand geven, dus fl. 20 in tweemaal die termijn; wij zouden dus nog 7 gld. hebben = ± 95 frs. Acht blz. meer (om op 56 blz. te komen) zou ± 125 frs. moeten kosten, maar als ik Breuer garandeer dat het tijdschrift minstens 6 nrs. zal hebben, dan doet hij het wel, denk ik, voor wat wij geven kunnen, of desnoods doet een van ons: jij, Burssens of ik, die 30 frs. per 2 mnd. erbij. Dus: waarom niet 56 blz? - Maar nu de kosten die met de administratie gepaard gaan? misschien moet daarmee ook gerekend worden, tenzij Dinger, in Holland, jij in België, die voorschieten, met de bedoeling en in de hoop ze uit tenminste enkele abonnementen en verkochte nrs. terug te krijgen. - Hoe denk je je de verdeling ook in? Honderd exx. voor Vlaanderen (naar jou), honderd exx. voor Holland (naar Dinger)? En de medewerkers,