Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 133]
| |
Mejuffrouw Smeding heeft het boek gebaard
Dat Polderland een noodkreet zou ontlokken.
Elk kunstman heeft zich erop blind gestaard
Om er zijn klein artikel uit te fokken.
Borel zelfs voelt zijn rein gemoed bezwaard,
Hij keek nooit verder dan Kwan-Yin haar rokken,
Een oude viespeuk kwijlt licht in zijn baard,
Maar hij's geschoren, en hij luidt de klokken:
‘Blijv' Polderland voor zùlke taal bewaard!’
De - v Rozewater zijn fameus geschrokken.
De stok in 't hoenderhok geeft steeds misbaar,
De knorkapoenen wagglen rond hun hokken.
Hopman en Lapidoth zeggen: ‘'t Is waar
Misschien, maar 't kan de menschen schokken.
Een onbekende mag zo schrijven, maar
Mejuffrouw Smeding kan veel koopers lokken...’
Sade, Restif, Cleland! waakt over haar!
Hoedt u voor de oude bokken die gaan mokken:
Polderland's leestrommels zijn ingevaar!
De - v Rozewater zijn fameus geschrokken.
't Verhaaltje is minder sterk toch als gewaagd,
Een goede maag kan heel wat sterkers slokken.
Een leeraar, door zijn vrouw, in bed, geplaagd,
Krijgt bijgevolg pleizier in dienstbre sokken.
Het komt méér voor, en Meester Ritter vraagt,
Vol weemoed: ‘Hoe ver zijn wij?...’ Zonder jokken:
Het is niet ver. Polderland blijft wel maagd.
De Zondaar is wat boersch en wat betrokken,
Louijs, zegt Nijhoff, heeft hem meer behaagd.
De - v Rozewater slechts zijn zéér geschrokken.
Envoi
O Goddlijke Aretino! daal op aard
Een oogwenk om van schateren te stokken,
En trek dan elk Kapoen wat aan zijn staart:
Die - v Rozewater zoo fameus geschrokken!
E. du Perron
| |
[pagina 134]
| |
B.W. - Je briefje en Conrad's bibliographicGa naar voetnoot1. zijn vanmorgen in mijn bezit gekomen; 's middags was daar ook het boekje over De Zondaar. Het heeft mij de bovenstaande ballade ontlokt, die ik aan Greshoff heb gezonden met verzoek ze ergens te plaatsen. Gaat dat niet, dan wordt-i op losse velletjes gedrukt en naar de redactiebureau's gezonden. Tot nader! Je EdP.
N.B. Let niet te veel op het papier. De romancier heeft ditmaal al het gewone papier gebruikt, en deze vellen zijn hem door de Nicht van wijlen Van Gogh (Vincent)Ga naar voetnoot2. geschonken. PlasschaertGa naar voetnoot3. is ook een L.I. Amen. |
|