Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd16. Aan M. PremselaGa naar voetnoot1.: Brussel, 14 februari 1925Brussel, 14-2-'25 Mijnheer, Uw opmerkinkjes over Carnet Bric à Brac en mijn boekjeGa naar voetnoot2. kwamen mij, daar ik ongeveer twee maanden in het buitenland was, eerst heden onder oogen. Ik weet niet of u misschien een persoonlijke veete met ‘Het Overzicht’ in het reine heeft gebracht, maar hecht er aan u even te zeggen dat ik een dergelijken winkelierstoon in een boekbespreking zeker niet van ù (u is immers Martin Permys?) had verwacht. Hier in Vlaanderen, in de Volksgazet bijv. waren uw onbeduidende hatelijkheidjes natuurlijk volkomen op hun plaats geweest. Het spijt mij ook te zien dat een Nederlandsch onderwijzer in het Fransch, die, al zit hij wat uit het gedrang, ten slotte nog de gebrs Tharaud heeft vertaaldGa naar voetnoot3., een zoo volkomen blijk geeft van zijn onbekendheid met het surréalisme. Misschien kan het Januari-nummer van uw Gulden Winckel u inlichten; de heer Roëll althans heeft de zaak wat beter bekeken alvorens erover te schrijven.Ga naar voetnoot4. Tot besluit nog dit: mijn volgend uitgaafje zal den prijs van drie frank niet over- | |
[pagina 52]
| |
schrijden; ik ben het nog niet met mijzelven eens over de keus van het papier.Ga naar voetnoot5. Met groeten Duco Perkens
Adres: E. du Perron 3 rue de Belle-Vue Bruxelles. |
|