Brieven. Deel 1. 9 september 1922-28 december 1929
(1977)–E. du Perron– Auteursrechtelijk beschermd7. Briefkaart aan J. Peeters: Monte Brè, 29 augustus 1924M. Brè, 29 Aug. Beste Peeters, Laat mij niets meer opzenden na 2 Sept. - ik vertrek wschl. al den 5en of 6en van hier; de kuur heeft mij veel goed gedaan en ik dacht voor de nieuwe kou naar Br. terug te gaan om er een en ander in orde te brengen en dan maar weer opnieuw te vertrekken. Ik schrijf je zoodra ik terug ben, houd de proeven dus vooreerst maar bij je. Mocht je een uitgever hebben gevonden, des te beter. Ik ontving van B. een schrijven, waarin hij met geen woord repte over het journaalGa naar voetnoot1.; vanmorgen kwam jouw kaart. Alles blijft dus bij het oude (als tenminste het nieuwe niet beginnen gaat!) Maar als we weer samen zijn kunnen we dit beter bespreken, ik moet ook mijn vader daarvoor in den arm nemen. Zooals gezegd heb ik hier vrij veel gewerkt; je zult wel zien.Ga naar voetnoot2. Ik voel mij uitstekend en ‘combattif’. Nu - tot spoedig dus - hartelijke groeten aan u beiden van steeds je D.P. |
|