niets zegt, komen nader en schelden haar voor sale putain, ordure, enz. B. zegt niets. Raymonde rijdt door, B. zegt dan: - Goed zo, je hebt het verdiend. - Zij: - Dat kan je wel zeggen, maar in werkelikheid was je bang! - Waarop B. haar twee klappen geeft om te laten zien dat hij niet bang is.
Ik merk op dat het een uitstekend begin zou zijn voor een roman; de personages waren meteen getekend. - H. antwoordt dat elke anekdote met een zekere betekenis het begin van een roman zou kunnen zijn; daarna dat het meer iets voor een vaudeville is (dat hangt van de belichting af); daarna dat het te sociaal is, want eigenlik een sociaal konflikt; daarna worden zijn kommentaren steeds dieper en ingewikkelder, omdat hij soms de neiging heeft om van alles een aanleiding te maken tot diepzinnige verantwoording. Ik voel mij moe en suf, maar stribbel tegen; als ik blijf volhouden dat ik het niet als een vaudeville zie, niet so-