Blocnote klein formaat
(1936)–E. du Perron– Auteursrecht onbekend[44]13 Juni '34. - Drie Ideën. Op mijn 12e jaar ontdekte ik in een rommelkamer bij een vriend van mijn vader een klein gekartonneerd boekje, waarvan de titel luidde: Houd op, of ik zou me ziek lachen! Dit boekje bevatte een verzameling van honderd grapjes, om te vertellen op familiebijeenkomsten, aan het dessert, bij een sigaar, etc. Ik was zo getroffen door deze schat, door het Idee om honderd grapjes in één boekje bij elkaar te brengen, dat ik reeds verrukt was alvorens te hebben gelezen. Toen ik daarna de grapjes begon te onderzoeken, deed zich het verschijnsel voor dat ik volstrekt niet hoefde op te houden, omdat er niet het minste gevaar was dat ik mij ziek zou lachen. Niettemin had de Idee mij te diep getroffen om na deze proef | |
[pagina 96]
| |
alleen door mij te kunnen worden verloochend; daar de Idee goed was, maakte ik mijzelf wijs dat de schuld aan mij lag en dat het boekje in werkelikheid wèl de macht moest bezitten om zijn lezers ziek te maken van het lachen. Ik liep er dus de hele dag mee rond en waagde het tenslotte de proef op ouderen te nemen: ik begon met mijn vondst in hun gezelschap buitensporig te roemen, daarna las ik hun enige grapjes voor, en eerst de snauw van mijn vader: - Schei uit met die verdomde flauwiteiten! - deed mij beseffen dat het boekje gelogen had, dat ik mij erdoor had laten beetnemen, dat het (om in de terminologie van later te spreken) hopeloos beneden de Idee gebleven was waardoor het mij had getroffen. Deze herinnering komt in mij op door de ideën die ik vandaag ontmoette. In Marianne onthult de ex-boksmanager Léon Sée het mysterie Carnera. Men weet wie Carnera is: een reus die men in de ring heeft ge- | |
[pagina 97]
| |
bracht, die altijd een bedroevend bokser gebleven is maar die onverslaanbaar lijkt om zijn mastodontiese kwaliteiten. Sée nu heeft Carnera ontdekt en een wereldkampioen van hem gemaakt; maar dit is niet alles. Carnera is voor hem de ‘Man van de Idee’ geworden, van een Idee die in hem (Sée) wakker is geworden toen hij zelf nog bokste en daarbij ontdekte dat boksen prachtig is, mits men klappen kan uitdelen zonder ze te ontvangen. Als Newton door zijn appel werd Sée door deze Idee getroffen, en als Vautrin tegenover Lucien de Rubempré heeft hij er zich aan gewijd om zijn Idee in het reuzenlichaam Carnera te belichamen. Voornamelik is Sée van gevoelen dat zelfs boksers niet op de edelste plaats van het menselik organisme: gezicht en hoofd, moeten worden geslagen. Men zou kunnen denken dat de 2 meter lengte van Carnera op meetkundige wijze met de Idee te maken had; maar volstrekt niet, met de grootste ernst en | |
[pagina 98]
| |
het loffelikste cynisme onthult Sée dat hij van Carnera een wereldkampioen heeft gemaakt, door in zijn beginperiode bijna al diens tegenstanders om te kopen. Het zelfvertrouwen van Carnera, geboren uit de Idee van Sée, deed toen de rest; de mastodontiese proporties van het proefkonijn, de voor alle andere boksers onoverkomelike handicap van zijn lengte en gewicht, doen schijnbaar niets ter zake: Sée is volmaakt een dienaar van de geest geworden, en zijn zuivere Idee wordt door hem in de onthullingen voor Marianne geen duimbreed verlaten. Met de Idee van Sée nog in handen werd ik aangesproken door een zigeunerin die met grote aandrang mijn hand wenste om erin te lezen. Men kan ook liefdadigheid inroepen zonder komedie, maar hier maakt de komedie het recht tot aandringen groter - ik stond dus mijn hand af om weer eens de geheimen ervan te vernemen. En ik werd getroffen door de | |
[pagina 99]
| |
oorspronkelike Idee van deze waarzeggers-traditie, een traditie berustend op zulke algemeen-menselike waarheden dat zij nageleefd kan worden door mensen zonder een spoor van psychologies begrip, zoals in dit geval, waarin de komedie charmant bleef maar de geheimen van a tot z verkeerd uitkwamen. De Idee spreekt: - U hebt vele mensen goed gedaan, maar u zelf hebt weinig goeds ondervonden van de mensen. - Het is duidelik dat zoiets een prompte en totale weerklank moet wekken bij barones, aktrice, winkelierster en werkvrouw in 99 op de 100 gevallen en in ongeveer gelijke mate. Ik leverde mij zo liefderijk eraan over, dat de zigeunerin en ik verrukt afscheid namen; zij overtuigd dat ik behoorde tot het beste soort klanten, ik verder peinzend over de dingen waarbij men zich, ideologies altans, zou moeten ziek lachenGa naar voetnoot*. |
|