[6]
Ik zat in gezelschap van C.V. toen iemand de naam van een vermaarde haagse recensent uitsprak; C.V. viel hem in de rede met: - Ajesses, jij gebruikt altijd vieze woorden! - Ik zei: Waarom? mag u hem zo weinig? Het lijkt mij een mijnheer... - Hij sneed af: Neen, dat is-ie nou juist niet! Maar enfin, dat hoèft ook niet. - En deze tweemaal in de vlucht precies raak geschoten man vertegenwoordigde even precies het begrip ‘priester in de schoonheid’ voor de haagse bourgeoisie.