[Op donderdag, in 't allerlaatste uur]
Op donderdag, in 't allerlaatste uur
Kwam letterkunde uit de radio
Voor luisteraars die gaarne mochten lezen
Een mooi programma van de KRO
Waar oude meesters in het vak herrezen
Ook nieuw talent besprak men in Spektakel
De presentatie werd alom geprezen
Geen schoolse toon, geen oeverloos gekakel
Maar informatie, vrolijkheid en vuur
Met zo'n bewijs dat lezen heilzaam is
Maakt radio cultuurgeschiedenis
Een der domste taferelen op aarde is een foto van twee of meer lieden die voor de microfoon een hoorspel of geestige skets opvoeren. Vooral als dit gebeurt in de oude tijd, toen microfoons nog een soort verticale koekepannen waren. Ze staan daar dan met vellen papier in de hand en benauwde trekken op het gezicht, volledig afwijkend van het beeld dat de luisteraar zich vormt.
Die mensen hadden het ook moeilijker dan wij die prettig aan een tafel zitten met de tekst liggend voor ons, zodat we bij sterke inleving wat kunnen gesticuleren, hetgeen helpt - al wordt die mimiek natuurlijk niet ontvangen. Maar welke tekstuitspreker die goed bij zijn hoofd is, trekt zich iets aan van de ontvangst? Je zit daar voor je eigen en eikaars plezier; de technicus zorgt dat het geluid feilloos is, de regisseur let erop - de omroepfirma leeft in de overtuiging dat radiobezitters kennis nemen van je verrichtingen. Van tijd tot tijd blijkt me dat ik werkelijk gehoord ben. Dat stemt tot voldoening, achteraf. Maar terwijl je bezig bent, kun je de gedachte aan luisterdichtheid (of kijk-, bij televisie) helemaal niet gebruiken. Je doet je best, daar gaat het alleen om.