Bijlage
Teksten die aan Drost worden toegeschreven (auteurschap onzeker)
B.1 De Hollandsche krijgsgevangenen in Henegouwen
De Hollandsche Krijgsgevangenen in Henegouwen, of Vaderlandsliefde en Regtschapenheid, Blijspel met zang, in één bedrijf; door A. RUYSCH. Te Middelburg, bij de Gebroeders ABRAHAMS. 1832.
Als vaderlandsch gelegenheidsstukje achten wij deze tooneelmatige kleinigheid zeer lofwaardig; moesten wij de kunstwaarde ontwikkelen, dan zou de uitspraak minder gunstig zijn, ofschoon wij den Schrijver aanleg genoeg toeschrijven, om in dit vak gelukkiger proeven te leveren. Hij bevlijtige zich oorspronkelijke karakters te schilderen, en tot de ontwikkeling getrouw te bewaren. Wij zijn het met hem eens, dat het platte en walgelijke Vlaamsch en Brabandsch den kieschen smaak mishaagt, - wanneer men het namelijk niet meesterlijk aan weet te wenden; maar dit was ook het geval met het misselijk en laf verbasterd Fransch, hetwelk LOUIS in den mond gelegd wordt. De Schrijver had dus welgedaan, beide klippen even zorgvuldig te vermijden. Ook meenen wij hem te moeten raden voor de dichterlijke waarde zijner coupletten te zorgen, en geene regels te schrijven als bij voorb.:
De Acacia, die elders stormen duchten,
Om het volgend rijmwoord vruchten werd duchten voor ducht geschreven, en elke bekwame zin weggenomen.
Met een even hoog vaderlandsch gevoel, gemakkelijkheid van uitdrukking, en levendige voortzetting van het gesprek, als die, welke dit stukje kenmerken, zal de Schrijver, bij vlijtige studie, gelukkig in dergelijke zamenstelsels slagen.
Bron: De Vriend des Vaderlands, zevende jaargang (februari 1833), p. 98.