5.9 De jaarboekjes voor 1834
Bron: De Vriend des Vaderlands, achtste jaargang (maart-april 1834), p. 238-245 en 296-311.
J.P. Hasebroek heeft dit stuk in een recensie van de Schetsen en verhalen
(De Gids 1837-I: 151) aan Drost toegeschreven. De Waal (1918b) en Thomassen (1977) opperen beiden de mogelijkheid dat het stuk is ontstaan na intensief overleg tussen de vrienden Drost, Heije, Potgieter en Bakhuizen van den Brink.
Tekstverantwoording: 123 wie] ‘wie 164 zijn.] zijn.’ 164-165 [de oorspronkelijke tekst bestond uit twee delen. Na 164 werd het tweede deel aangekondigd met: ‘(Het Slot in het volgend Nommer)’. Dit tweede deel opende met de titel ‘De jaarboekjes voor 1834’ en de aankondiging: ‘(Vervolg en Slot van No III. bladz. 238.)’; het motto van Hendrik Schim werd boven het tweede deel herhaald] 189 voordeeld] voorbeeld 205 gevoeler] gevoelen