vijftigjarig bestaan van de Stadsschouwburg. In 1834 verschenen Ernst en boert en De Fortuinzoeker, blijspel in 5 bedrijven.
52-53 de door Van Enst Koning berijmde Anecdote uit Vader Willems jeugd: ‘Willem Frederik Erfprins van Oranje, in 1794, aan het Scheveningse strand’ door G. van Enst Koning Volks-Almanak, p. 106-108.
54 Warnsincks Echte Vrijheidszucht: Volks-Almanak, p. 109-112
Willem Hendrik Warnsinck Bzn. (1782-1857). Suikerraffinadeur te Amsterdam. Lid van verschillende genootschappen en maatschappijen. Publiceerde Gedichten (1828) Vertellingen en romances (1835) en verschillende brochures over onderwerpen van maatschappelijk belang.
54-55 Looijens burlesk dichtstukje, Manto: p. 128-138.
Looijen: vermoedelijk Cornelis Looyen (1795-1858). Godsdienstonderwijzer te Den Haag. Publiceerde in 1829 een bundel Gedichten.
55 Smies: Jacob Smies (1764-1833). Kunstschilder, tekenaar en illustrator te Den Haag.
56 Mejufvrouw Moens bezong de kroonprinses: ‘De Kroonprinses, of Uitboezeming aan het Nederlandsche Volk’ door Petronella Moens, De Volks-Almanak, p. 139-147.
Petronella Moens (1762-1843). Dichteres en romanschrijfster. Vanaf haar vierde jaar blind Schreef romans die een romantische geest ademen, alsmede stichtelijke en vaderlandslievende verzen. Daarnaast was zij de schrijfster van destijds veelgelezen verhalen en gedichten voor kinderen.
69 cursivering van Drost.
72-73 Robidé van der Aa wijdde eenige hartige regels aan de Regenten van het Amsterdamsche Burgerweeshuis...: ‘Aan Heeren Regenten van het Burger-Weeshuis te Amsterdam, op den 6den Mei 1832’, Volks-Almanak, p. 155-156.
Christianus Petrus Eliza Robidé van der Aa (1791-1851). Jurist en letterkundige. Tussen 1832 en 1849 redacteur van Beijerincks Almanak voor het Schoone en Goede en in 1837 mede-oprichter van De Gids.
74 Van Speyk: De in de citadelpoëzie veelgeroemde Jan Carel Josephus van Speyk (1802-1831) kreeg in 1830 als luitenant ter zee tweede klas het bevel over kanonneerboot nummer 2, waarmee hy deelnam aan de krijgsverrichtingen op de Schelde. Op 5 februari 1831 liet hij, terwijl hij zelf nog aan boord was, het schip de lucht in vliegen opdat de vlag niet in harden van de vijand zou vallen. Hij werd begraven in de Nieuwe Ker te Amsterdam.
74-75 De Bedelares, uit het Hoogduitsch, van Kahlert: ‘De Bedelares’, naar het Hoogduitsch van A. Kahlert, door H.K.H. Jr., Volks-Almanak, p. 159-160.
Karl August Kahlert (1807-1864). Studeerde Rechten, Letteren en Filosofie en promoveerde in 1836 tot Doctor in de Filosofie. Later hoogleraar, pedagoog en dichter. H.K.H. Jr.: met gevonden.
76-77 De Conscrit: ‘De Conscrit. Eene oude grap in een nieuw kleed’ door K. Volks-Almanak, p. 159-190. K.: niet gevonden.
78 in nog beknopter zangen, enz.: toespeling op de regels: ‘Wie schetst nu, in beknopte zangen, / Wat Hein in land bij land, in togt op togt, weêrvoer!’ (p. 166).