Makamen en Ghazelen (onder ps. Jan Ferguut)(1866)–Jan van Droogenbroeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 117] [p. 117] Negende ghazele. De wereld is zoo wild een woud. De wereld is zoo wild een woud, zoo wild, Daarin loopt menig dierken stout, zoo wild. De bloeme bloeit er in de bonte weî; De vogel zwiert er door het hout, zoo wild. Men is er 's morgens rijk, des avonds arm; Men is er jong, men wordt er oud, zoo wild. - Ik loop er als het vrije dierken voort, Door dik en dun, door heet en koud; zoo wild. Ik ledig mijnen beker, (schoon het lot Mij soms een bitter bierken brouwt), zoo wild! Eens had ik geld; dan zag ik, hoe de gek Den nek brak, jagend achter goud, zoo wild; Toen smeet ik snel de beurs van mij, - en thans Zwier ik als vogel door het woud, zoo wild. Vorige Volgende