Dit zijn zonnestralen(1873)–Jan van Droogenbroeck– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Lied van den Boer. 1 Wie rijdt daar naar zijn veld? Wie rijdt daar met zijn paard naar 't veld? Het boerken zingt, het boerken fluit, Het paardje springt en loopt vooruit. Zoo gaan zij naar het veld Gezond en welgesteld. 2 Wat doen zij op het veld? Wat doen nu man en paard op 't veld? Zij werken daar van 's morgens vroeg, De boer bestuurt zijn paard en ploeg. Dat doen zij op het veld, In arbeid en geweld. 3 Wat staat er op dat veld? Wat staat er op dat korenveld? Daar groeit nu graan in overvloed Daar ziet gij wat het werken doet Van boer en paard op 't veld, - Al wordt het niet geteld! Vorige Volgende