verblijft zelfstandig in een al dan niet aangepaste woning. In deze situatie leeft en sterft de meerderheid van de bejaarden. Om zulks mogelijk te maken speelt hulp van anderen een rol. Geen mens kan trouwens leven zonder hulp van zijn medemensen, maar naarmate men ouder wordt kan de behoefte aan die hulp toenemen tengevolge van vermindering van eigen zelfredzaamheid. In die meerdere hulp wordt in belangrijke mate voorzien door kinderen, familieleden, vrienden, kennissen of buren van de bejaarde.
Voorzover dit in sommige omstandigheden onvoldoende is, kan een beroep worden gedaan op de, nog steeds toenemende, professionele hulp van thuiszorginstellingen. In een beperkt aantal gevallen blijkt deze opzet moeilijk werkbaar. Die moeilijke situatie kan worden opgeheven door verhuizen naar een appartement in een verzorgingstehuis, waar de betrokkenen dan in rust en vrijheid tot de dood kan leven. Voor een nog andere groep van bejaarden kunnen lichamelijke of geestelijke gebreken van een aard zijn dat opname in een verpleeghuis gewenst is.
Hoewel het verpleeghuis zich tot taak stelt zodanig op de gebreken in te spelen dat betrokkene weer terug kan keren naar de eigen huis- of tehuissituatie is dat in vele gevallen niet mogelijk. De betrokkene mist dan in zijn laatste levensdagen de huis- of tehuis-situatie, maar is verzekerd van een aantal voorzieningen die beantwoorden aan de ernst van de gebreken. Van belang is op te merken dat alle voornoemde vormen van professionele hulp voor iedereen toegankelijk zijn, ongeacht het inkomen. Er kan dan ook worden