- Tone, gy zyt een bloodaerd!.... een lafhartige!.... grynsde hem het oude wyf bitsig toe.
- Maer wat zullen wy er by hebben? vroeg Tone terwyl hy op den hoek der stalling staen bleef, wat zullen wy er by hebben?.... daerdoor zal ik toch Netjen niet krygen!
- Ho, rampzalige! spotte Lysbeth hem in het aengezicht, - wat zullen wy er by hebben!.... en zich vlak voor den jongman plaetsende, vroeg zy:
- Voelt gy dan niets in uw hart dat u zegt: Tone, gy wordt veracht en verstooten!.... hoort gy niet eene stem in uwe ziel die u toeroept: wraek! wraek!.... Ho! wistet gy hoe zoet de wraek is!... gy zoudt geen lafaerd zyn!...
En de oude bedelares zag er op dit oogenblik zoo afgryselyk uit, dat de jongman er voor terug deinsde.
- Ja wel, Lysbeth, sprak Tone, ik voel de wraekzucht in mynen boezem woeden! een helsch vuer brandt in myne ziel als ik denk dat zy met Karel trouwen, en dat ik de schoone hoeve niet bezitten zal!.... Maer waerom ons op deze wyze wreken!..., zoo ik liever dien Karel van de Meerhoeve ergends afwachtte en hem.....!
- Niets! niets! keurde de oude af, nu ons plan ten uitvoer gebragt, en dan gezien hoe wy het kettersjong treffen zullen!....
- Nu, 't zy dan zoo!... sprak Tone met beradenheid; Jambers heeft my schandelyk weggejaegd en ik wil my wreken!....
- Ziehier, zeî Lysbeth, en zy stopte den jongman iets in de hand.....
- Zal het wel zeker goed gaen? vroeg Tone.
- Het faelt nooit, verzekerde Lysbeth, kruip langs de schuerdeur binnen, vervolgde zy, klim op den graentas, daer zal het gemakkelykst vatten en spoedig aengaen...,