Klaes de Veehoeder. Zedenverhael uit onzen tyd
(1854)–Emmanuel van Driessche– Auteursrechtvrij
[pagina 70]
| |
IX.De liefde, welke Nathalia voor Theodoor voedde, was niet opregt, zy was geen uitvloeisel van het hart, maer hoogstens eene dier kinderachtige en onberekende toegenegenheden, die by de eerste hinderpael in verachting verkeeren. De breuk der opregte liefde doet lyden, die der valsche liefde boezemt afkeer en haet in. Ze is drukkend zwaer de smarte,
Waerom 't harte kwynt en treurt,
Als de min haer banden scheurt! -
Des anderdags, na het verhaelde voorval, kwol Nathalia haren vader zoolang, tot dat hy eindelyk eenen brief naer den heer burgemeester schreef om hem te laten weten dat er geene de | |
[pagina 71]
| |
minste betrekking tusschen zynen zoon en Nathalia meer kon bestaen. Het meisjen ging zoo ver te gelooven dat er eerkrenking in het gedrag van Theodoor lag en daerom werd er ook in den brief geschreven, dat de jongman het voortaen niet meer wagen zou nog den voet op de hoeve te zetten. Theodoor van zynen kant, beschouwde het voorval als eene zeer gewoone zaek. - De vogel is my ontsnapt, zeide hy al lachende; maer, voegde hy er, nog al lachende, by, daer zyn er nog andere te vangen. Doch de zaken bleven daerby niet; by zulke gelegenheden is de tusschenkomst der taterziekeGa naar voetnoot(1) menigte onvermydelyk. Het werd dan ten spoedigste overal en algemeen bekend gemaekt, dat het reeds besloten huwelyk verbroken was. Naer de oorzaek werd wat geraden; het is te veronderstellen dat zulk onderzoek, der reputatie van Theodoor eerder na- dan voordeelig wezen moest. Dit alles kwam hem ter ooren; Wanne, de vrouw van Sus Langhe, die in zyne liefdebetrekking met Nathalia als boodschapster gediend had, en daerom in zyns vaders huis als werkvrouw was aengenomen, bragt hem nu ook het nieuws, met zyne minste omstandigheden, over. Hoe dit booze wyf achter de waerheid geraekte zou moeijelyk te onderzoeken zyn, maer het is wel zeker dat zy van alles het | |
[pagina 72]
| |
fyne wist, en waer ook niet aen te twyfelen valt, is dat zy alles op eene wyze wist uitteleggen, die mynheer Theodoor streelde, zynen haet tegen Welmoed en vooral tegen Klaes, die als de voornaemste bewerker der liefdebreuk werd aengeduid, aenvuerde. - Zy had tot zelfs de reden van Klazens handelen onderschept. - Hoe zou het anders mogelyk wezen, zeide zy; zou hy zoo iets aenvangen als hy op haer niet verliefd ware? Geloof my, ging zy voort, geloof my, mynheer Theodoor, zoo er geen stok in 't wiel gestoken wordt, zult gy de vernedering moeten ondergaen, te zien dat een boerenknecht met uwe verloofde trouwen zal... - By Satan! dit zal niet gebeuren! sprak de opgevyzelde jongeling; dit zal niet gebeuren, al moest ik er myne fortuin aen hangen!... - Dit zeg ik ook, hernam Wanne, het zou eene schande zyn! een vondeling!... en... God weet wat voor een... zou u by eene geliefde ten achter zetten..... ho! dit ware schande!.... - Hou het oog in 't zeil, vervolgde nu Theodoor met nadruk, en zoo gy kunt bemerken dat die vlegel op Nathalia verliefd is, weet het my te zeggen; ik zal u wel beloonen. - Gy zult alles weten, antwoordde het doortrapte wyf. - Tracht dezen avond wat vernomen te hebben; ik ryd naer het dorp S.... By myne terugkomst van de landbouwtentoonstelling, zult gy my berigt brengen. |
|