dan moest zij ook, dunkt ons, den schrijveren de vrijheid hebbeu gelaten de euphonische j te bezigen en de radicale d in doorgaands, volgends, enz., te behouden: ‘Mids bij verscheidenheid de taal niet anders dan winnen kan.’
Het zal wellicht bij niemand onaangemerkt gebleven zijn, hoe men in Holland algemeen drie en bij zegt, en hier te Lande juist het omgekeerde drij en bie. De commissie heeft dus hierboven een regeltje van broederlijke transactie gesteld. Als men van weêrszijden wat toegeeft, komt men licht overeen.