Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Critisch overzicht der nieuwe spelling (1865)

Informatie terzijde

Titelpagina van Critisch overzicht der nieuwe spelling
Afbeelding van Critisch overzicht der nieuwe spellingToon afbeelding van titelpagina van Critisch overzicht der nieuwe spelling

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

ebook (2.73 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie
taalkunde/normen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Critisch overzicht der nieuwe spelling

(1865)–Emmanuel van Driessche–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

IV

De dubbele e en o worden gebruikt in opene lettergrepen, wanneer de e en o scherplang zijn, alsook in de geklemtoonde bastaarduitgangen eeren (regeeren) eel, eelen (houweel, houweelen, officiëel, officiëele) en ees, eezen (Portugees, Portugeezen).

Al de moeilijkheid voor de toepassing van dien regel ligt dus in de vraag: wanneer zijn e en o scherplang, en wanneer zachtlang?

Om tot de bepaling van dit onderscheid

[pagina 11]
[p. 11]

te komen, is de commissie naar de oudste vormen der woorden, in gothische, angelsaksische, oudhoogduitsche, latijnsche, en andere talen opgeklommen, en heeft als zachtlang beschouwt al zulke e's en o's, die, in voormelde talen, mede door eene enkele vokaal voorgesteld worden; en daarentegen als scherplang [ee-oo] aanzien al dezulke die van eenen langen klank of tweeklank afstammen.

Met die stelling is de commissie er toegekomen de algemeen aangenomene orthographie, van een aantal onzer gebruikelijkste woorden, te veranderen.

Zoo zal men voortaan, als zachtlang, schrijven:

Beren (ours), blozen, bogen (roemen), boren, broze, deel (plank, dorschvloer), deren, doren, drogen, dwepen, frambozen, generen, geweren, gewone, horen (corne), hozen (kousen), ivoren, joken, kantoren, kastoren, keren (vagen), kloven, komforen, koren (choren? lat. chorus), kronen, kwelen (kwijnen), lenen (leunen), matrozen, meren (water-plassen), moren (zekere stof?), pastoren, patronen, personen, pitoren (?), pogen, Rome, rozen, salpeter, schromen, slepen, sloven (sukkel),
[pagina 12]
[p. 12]
smoren, spoken, sporen (éperons), sporen (traces), stolen (stola), storen, tonen (tons), toren, tronen (trònes), voren (van de ploeg), weren, wonen.

En scherplang:

Beeren (verken), begeeren, boogaard (boomgaard), deelen (gedeelten), deemoed, eega, genooten, goochelen, heeten, hoonen, hoozen (waterhoos), klooten, klooven (doen splijten), knoopen, liefkoozen, kwee (peer), kweelen (zingen), leeken, leenen (prêter), loochenen, mee (krap, honigdrank), mooren (volksnaam), neen, schooven, sleepen (doen slepen), slooven (voorschoot), sloopen, steegel, streepen, strooken, thee, toonen (montrer), troonen (lokken), veete, zeelen (koord), zoogen (laten zuigen), zweemen, zweepen.

Dat die regel, althans aanvankelijk, bij velen tot ernstige bezwaarnis aanleiding geven zal, lijdt geene tegenspraak.

Wij hebben vertrouwen genoeg in de taalwetenschap der stellers van den regel om gereedelijk aan te nemen dat de etymologische navorschingen hier in alles wettig zijn.

Doch, men weet hoe onzeker de gronden zijn waarop men veelal de etymologie en analogie vestigt:

[pagina 13]
[p. 13]

Als algemeen grondbeginsel, wordt bij de taalnavorsching door deskundigen aangenomen dat de vokalen enkel dienen om het uitspreken der consonnanten mogelijk te maken. De ongelijkvloeiendheid der grieksche, zoo wel als die der nederduitsche verba bewijst ons dat korte tot lange en heldere tot doffe klanken overgaan: spreken, sprak, gesproken. Dit is toepasselijk op alle derivata: zog komt van zuigen-zogen. Wij kunnen dus, vooralthans, in het grondbeginsel, door de commissie als basis aangenomen, geen onbepaald vertrouwen stellen. Immers, hoe zouden wij ons volstrekt naar dien regel moeten schikken, als de Hoogduitschers zulks voor hunne taal onnoodig oordeelen? Ware ons de eer te beurt gevallen in den schoot der commissie te zetelen, zoo hadden wij ootmoediglijk ons nederig woord gebruikt om onzen geleerden taalgenoten te doen verstaan dat het oogenblik, ten gunstigste, gekomen was, om de, voortaan gansch doellooze, moeilijkheid der zachtlange en scherplange e's en o's uit onze spelling te bannen. Immers, de

[pagina 14]
[p. 14]

beschaafde uitspraak, de schooluitspraak, onderscheidt dezelve niet meer; de dichter laat zachtlang met scherplang, en omgekeerd, rijmen.

Waartoe dan het onderscheid in de spelling? Beide klanken luiden thans in ons aller taalbeschaafde monden zachtlang; waarom ze ook niet met ons aller taalkundige pennen zachtlang geschreven?


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken