zich mede, waaraan zij eenige kleine takken hadden vastgelaten. Deze boomen wilden zij recht tegen de rotsen aanzetten, om op die manier een stormladder te maken.
- Nu onze geweren gegrepen, Viktor, zeide Hans; wij zullen eerst hunne gelederen eens door een paar schoten dunnen en zoodra de rest dan dicht genoeg bij gekomen is, gaan we van onze lansen gebruik maken.
Voor de beide Hollanders, die voor hun leven streden, was ieder schot van het hoogste belang; zij mikten daarom met zulk een nauwkeurigheid, dat reeds na viermaal te hebben gevuurd, de dragers van twee der boomen dermate waren gedund, dat de overigen zich zoo spoedig mogelijk in het kreupelhout terugtrokken. Aan de anderen evenwel gelukte het hunne boomen tegen de rots te zetten en alleen aan de omstandigheid, dat slechts drie of vier man op een rijtje de stormladders konden bestijgen, hadden de Boeren hunne redding te danken; daar echter de Matabele's slechts achter elkander konden klauteren en daarbij nog met hunne wapens waren belast, gelukte het Viktor en Hans, vijf van hunne vijanden snel achter elkander dood te steken, zonder dat het één dier zwarten gelukt was een voet op de rots te zetten. Die snelle afmakerij verspreidde zulk een schrik onder de overgeblevenen, dat zij de poging tot bestorming opgaven en zoodra zij konden, zich in het kreupelhout en het bosch gingen bergen.
- Nu zullen we maar spoedig hunne boomen omgooien, Hans, zei Viktor, dan hebben ze ten minste, als ze nog zoo iets mochten willen probeeren, een poosje noodig om ze weêr overeind te zetten.
Nadat de beide jagers, met behulp van hun lange bamboesstokken, de beide geïmproviseerde stormladders hadden omgeworpen, gaven zij weêr hun geheele aandacht aan hunne talrijke vijanden, die zich op eenigen afstand op een nieuwen aanval op de kleine vesting schenen voor te bereiden. De zwarten hadden zich nu tot één groote troep verzameld en