Multum in Parvo. Suriname

De wijken, de straten, de nummers der woningen en erven met aangezicht en plattegrond van Paramaribo

[p. 258]

Verkorte inhoud van de Inkomsten Belasting G.B. No. 112 van 4 Mei 1921 en in werking getreden 1 Januari 1922.

Inkomsten belasting wordt aldus geheven:

A. voor ieder die zijn hoofdbedrijf in de kolonie heeft en zij die er meer dan twee maanden verblijf houdt.

B. voor hier gevestigde stichtingen, die een bedrijf uitoefenen, Vennootschappen, Vereenigingen en Maatschappijen.

C. voor buiten de kolonie wonende Vennooten in hier gevestigde Vennootschappen onder eene firma en in hier gevestigde commanditaire Vennootschappen niet op aandeelen, zoomede van buiten de kolonie gevestigde Vennootschappen, vereenigingen en stichtingen, die in de kolonie persoonlijk of door een gemachtigde een bedrijf of beroep uitoefenen; het aangaan van overeenkomsten tot brand, zee, levens- of andere verzekeringen.

Art. 34.

	Belastbare som	belasting
Inkomen van f 500.-		f 7,00 daarna
voor elk f 50 meer of onderdeel van f 50 tot en met f 1000.-		1, - meer
	voor elk f 50. - meer of onderdeel van f 50 t/m f 2000,-	1,25 meer
	voor elk f 50 of onderdeel van f 50 t/m f 3000.-	1,75 meer
	voor elk f 50 meer of onderdeel van f 50 t/m f 4000.-	2,00 meer
	voor elk f 50 meer of onderdeel van f 50 t/m 5000.-	2,50 meer
	voor elk f 50 meer of onderdeel van f 50 t/m f 6000.-	3,50 meer

[p. 259]

voor elk f 50 meer of onderdeel van f 50 t/m f 7000.-	4,50 meer
voor elk f 50 meer of onderdeel van f 50 t/m f 8000.-	5,50 meer
voor elk f 50 of onderdeel van f 50 t/m f 9000.-	7,00 meer
voor elk f 50 meer of onderdeel van f 50 t/m f 10.000	8,00 meer

Is het belastbaar inkomen f 10.000 of meer dan is verschuldigd een vaste som van f 7.35 benevens f 12.50 voor elk geheel bedrag van f 100 - waarmede het de som van f 10.000 te boven gaat.

Art. 35.

1.

Het belastbaar inkomen der art. 34 bedoelde personen niet meer bedragende dan f 5000. - wordt, alvorens het in dat artikel vastgestelde tarief daarop wordt toegepast, verminderd met f 50. - voor ieder eigen of aangehuwde kind, behoorende tot het gezin van de belastingschuldige; pleegkind van den belastingschuldige, dat door hem als eigen kind wordt onderhouden en opgevoed; voor zoover het kind geen eigen middel van bestaan heeft en den leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt.

2)

Met kinderen beneden den leeftijd van 18 jaren worden gelijk gesteld kinderen boven dien leeftijd, die wegens voortdurende lichaams of zielsgebreken niet in hun onderhoud kunnen voorzien. Voor verdere bepalingen raadplege de verordening hierboven vermeld.