3 mei
Nu weet ik dat mijn besluit goed is. Ik had nog niet de moed om mijn ontslagaanvrage weg te sturen, ook heb ik er op school niets van gezegd.
Maar nu zal ik het doen. Voor me ligt een brief van tante Floor. Ze bedankt me voor mijn hulp, en ze zegt, dat ze weet, dat haar zwager mij nodig heeft, ze smeekt me hem niet af te wijzen. Ik weet hoe hij is, zegt ze in haar brief, hij was niet gelukkig met mijn zuster, omdat zijn geweten ten opzichte van mij sprak. En mijn zuster wist het, ze heeft de kinderen geleerd, dat ik gevaarlijk was, ik zie het nu duidelijk in, ik had nooit moeten komen, maar ja, ze zeiden hier, dat ik de aangewezen persoon was. Ik heb hier werk moeten laten liggen, dat verwaarloosd is, en ik heb daar brokken gemaakt, ik wist, dat ik ze maakte, ondanks mezelf.