11 april
Ineke, die onafscheidelijk is van Jettie Korver, wordt een probleem. Vanavond is Korver zelf bij me geweest. Er werden ketterijen bij mij op school geleerd beweerde hij.
Ik slikte dit wrange compliment minzaam, schonk thee, en vroeg hem welke ketterijen hij op het oog had. In mijn gedachten vloog ik de rooster van de Bijbelse geschiedenis der laatste weken door, maar ik kon met de beste wil van de wereld geen precaire onderwerpen vinden. Dus wachtte ik af.
Jetties vader verzocht om te mogen roken, beet een punt van een sigaar, zoog er de brand in, en stak van wal. (Ik begrijp best, dat in de tijd, dat vrouwen niet mochten roken, hofjesbewoonsters wat tabak in hun stoof legden, brandende tabak ruikt opwekkend.)
Jettie was al een paar maal met het verhaal thuis gekomen, dat de mensen in de hemel alles weten wat je doet, en als ze terug komen je straffen zullen. Op een keer zei ze: ze vragen of de Here Jezus je een Engel stuurt om je te straffen. Jettie had laatst een kopje van oma gebroken, waar opa nog uit gedronken heeft en nu was ze bang voor straf van opa, die al jaren dood is.
Ik zei, dat ik hier niets van begreep, want buiten de Paasgeschiedenis, die ik zelf in de klas verteld had, was er niets, dat... ik hield plotseling op. Ik zag de hele klas weer voor me en Ineke, die een onverklaarbare huilbui kreeg, juist toen ik de Paasgeschiedenis verteld had.
Korver keek me bevreemd aan.