haar vader koffie en konden zij naar de kraan gaan, als ze dorst hadden, van haar moeder kregen ze altijd een slokje thee voordat ze naar bed gingen, maar van tante Floor! Je was blij dat moeder dood ging, want je hebt altijd om vader heengelopen. Luiten zegt de laatste woorden nog eens, je hebt altijd om vader heengelopen.
Hoe komt zo'n kind erbij, zei hij, het was wel zo, maar ik dacht niet...
Ik was dankbaar, dat Liesbeth op dit moment binnen kwam om vlechtrepen.
- Ineke zit lief, mijnheer Luiten, ik heb haar naast Jettie Korver gezet.
- Twee kneussies naast elkaar, zegt Luiten wrang.
- Maar Jettie is geen kneussie meer, protesteer ik, en Ineke wordt er ook geen een, dat zult u zien.
Het was maar een gewoon troostwoord, maar hij keek me aan als een hongerige hond, die eten kreeg. Ik schrok er van.
- Gelooft u dat? vroeg hij.
- Daar zullen wij voor zorgen, heb ik gezegd, daar zullen wij voor zorgen, en toen heb ik hem uitgelaten.