16 januari
Het geluk blijft. Vanmorgen kwam mevrouw Korver op school met een brief van Jetties dokter. Ze is nu al helemaal negatief. En over twee maanden kan ze thuiskomen. Ze vertelde me, in het kleine kamertje gezeten, allerlei leuke plannetjes voor Jettie. Ik ben dan van mijn stoelen af, zei ze, en dan kan ik wat voor haar doen, ik zal nieuw behang op haar kamertje plakken. En dan wat platen. Ik weet al, dat er ook een paar platen bij zullen zijn van de kinderen in haar klas. - Die sneeuwpop vinden alle kinderen prachtig en dan nog een lenteboom.
Meestal gaan we eerst zo'n voorbeeld bekijken, met de sneeuwpop zal dat binnen afzienbare tijd wel lukken, maar de lenteboom? Ik heb mijn ramen open gelaten. Naakt en versteend staan de takken in de roerloze vrieslucht. Er tussen pinkelen twee sterren, die van ijs gemaakt schijnen. Maar als Ineke (deze verschrijving zal ik laten staan, het laat me te duidelijk zien, dat ondanks alles het gedrag van Ineke Luiten me niet loslaat, als ze weer eens op school komt en zo vreemd doet, zal ik er met haar vader over spreken) als Jettie terugkomt, zullen hier tere groene opgevouwen blaadjes aan de boom zitten. En door die groene sluier is de haven zo onwezenlijk mooi, dat ik me op dit uitzicht nu al kan verheugen.
Ik heb de gordijnen dichtgetrokken en ga nu verder. Moeder deed dit in de winter altijd al voordat ik thuiskwam. Ik heb nog nooit zo vaak naar de twee iepekronen voor mijn bovenverdieping gekeken als deze winter. Het lijken me soms goede vrienden, die