ik er bang voor. Dikwijls krijg ik een waarschuwing vooruit, zo nu ook. Ik wist, toen ik langzaam de trap afliep, dit loopt mis, maar hoe erg dit mis ging lopen kon ik toen nog niet bevroeden.
Nu weet ik het.
Ik begon natuurlijk naar Jettie te informeren. Korver zette zijn gezicht in de plooi en toen kwam het.
Ik had ingegrepen in de rechten van de ouders.
Ik kijk, geloof ik, altijd onnozel als Korver zulke enormiteiten afvuurt. Het hoort helemaal niet bij hem, het is zo opgelegd en aangeleerd.
Ik begrijp u niet, zei ik tegen hem. En daar kwam het, met veel woorden en met Bijbelteksten zelfs, dat ik Jettie beloofd had, dat ze terug mocht komen op school, en dat is nog helemaal niet zeker, helemaal niet zeker, aldus Jetties vader. Ik hoefde niet eens te vragen waarom, want de verwijten volgden elkaar in een snel tempo op. Verwijten, die totaal ongegrond zijn, dat weet ik voor God en mijn geweten, maar ze hebben schijnbaar recht van bestaan.
Maar ze hebben me pijn gedaan tot in het diepste van mijn ziel. Want ze raakten mijn werk, en dus in zekere zin mijn bestaan.
Hoe kon ik er zo op rekenen, aldus mijnheer Korver, dat Jettie zomaar bij me terugkwam. Het was nog zeer de vraag of zijn vrouw en hij er toe besloten. Ik zou toch zeker wel begrijpen, dat ze zijn vrouw en hij dat kind zomaar zonder meer niet aan mij toevertrouwden, na wat er gebeurd was. En als ik nu getoond had, dat ik de waarschuwing begrepen had, maar van juffrouw Thea hoorden ze, dat de Sint-Nicolaasviering gewoon door zou gaan.
- Waarom niet, heb ik hem gevraagd, waarom zou die niet gewoon doorgaan?
- We hebben u toch gewaarschuwd, mijn vrouw en ik, zei Korver zelfvoldaan, en het is gebleken, dat wij