Ten geleide
We mogen graag spreken van ons cultureel erfgoed, dat onze voorouders hebben nagelaten. De schatten uit het verleden waardoor we als het ware met de vorige generaties in gesprek blijven, hen begrijpen en ook beter begrijpen hoe wij, die uit hen zijn voortgekomen en door hen gevormd, zelf zijn. Dat erfgoed schenkt ons genot, maar ook inzicht. Het houdt een samenleving bijeen. Net zoals foto's en erfstukken van onze ouders en voorouders een familie bijeen houden in de tijd en met liefde bewaard en weer doorgegeven worden aan de nakomelingen. Zo is het ook met een samenleving. Een gemeenschap die zichzelf werkelijk als gemeenschap beleeft zal de culturele erfenis uit het verleden met liefde en zorg beheren en met het eigen cultuurgoed doorgeven aan de volgende generatie.
De overheid erkent dat zij namens de gemeenschap zorg heeft voor dat erfgoed; het is een zorg voor de continuering van de samenleving en voor het welbevinden van hen die na ons komen.
Bij ‘erfgoed’ denken wij dan vaak aan prestigieuze stukken. Werken van Rembrandt en Frans Hals. We denken aan stadswallen en stadspoorten, aan glanzend zilverwerk en sierlijk geslepen glazen. Of aan de werken van de klassieke dichters die welluidende strofen breed lieten hangen. Maar laten we de emotionele waarde van de volkskunst niet onderschatten, zoals de volksliederen die mondeling werden overgedragen. Artistiek mag er wel eens iets aan haperen. Maar verhoogt dat juist niet de emotionele waarde. De waarachtigheid van het gewone. In de fraaie pronkstukken uit het verleden zien we de voorouders in hun salons. Al komen we ze natuurlijk ook wel eens op boerenkermissen en huishoudens van Jan Steen tegen.
Maar in de volksliedjes ontmoeten we deze gewone voorouders in hun huis, tuin en keuken. We zien ze met hun vroomheid, hun angst, vreugde, bijgeloof, hoop en vrees. Zoals ze waren met en in hun volksliederen, balladen, gezongen vertellingen, sprookjes en mythen. Liederen die dreigden te verwaaien in de dunne wind van oude, brekende stemmen.
Nieuwere generaties leefden niet meer in de orale traditie waarin volksliederen van mond tot mond en generatie tot generatie gingen. Moderne media hebben deze traditie vervangen.