Over de auteur
J.A.A. van Doorn (Maastricht 1925) is socioloog en historicus. Na zijn studie Sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam, onderbroken door enkele jaren militaire dienst in Indië/Indonesië, promoveerde hij in 1956 te Leiden op een proefschrift over de sociologie van het organisatieverschijnsel. In 1958 werd hij aan deze universiteit benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de Industriële sociologie, in 1960 gevolgd door zijn benoeming tot hoogleraar Sociologie aan de Nederlandse Economische Hogeschool te Rotterdam, die later zou opgaan in de Erasmus Universiteit. Van 1963 tot 1967 fungeerde hij als ‘bouwdecaan’ van de nieuwe sociologieopleiding te Rotterdam. In 1987 ging hij met emeritaat.
Van Doorn was in 1953 mede-oprichter en vervolgens eerste redactiesecretaris van de Sociologische Gids. In 1959 publiceerde hij samen met C.J. Lammers de inleiding Moderne sociologie (15de druk 1984). Tot zijn latere publicaties in boekvorm behoren onder meer De laatste eeuw van Indië: Ontwikkeling en ondergang van een koloniaal project (1994; 3de druk 1996) en Indische lessen: Nederland en de koloniale ervaring (1995). Het afgelopen jaar publiceerde Van Doorn ‘Democratie in de overgang: Van collectieve beheersing naar geordende vrijheid’, opgenomen in P.G.C. van Schie (red.), Het democratisch tekort: Interpretaties en remedies. Hij werkt momenteel aan een historisch-sociologische studie over het Duitse socialisme.