Vereenigde dichtwerken. Deel 1. 1826-1850. Madelieven en avondlamp(1876)–Maria Doolaeghe– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 97] [p. 97] Lenore. Hoe, Lorenzo, ziet gij stuur, Omdat ik, in 't feestlijk uur, Niet zoo sierlijk ben getooid? Blijft de haarlok niet ontplooid, Is mijn opschik ongezocht, Zoo geen pracht mij streelen mocht, Wijt het aan verzuim toch niet, Maar aan knagend zielsverdriet. Uw verwijt is bitter, vriend! Heeft Lenore dat verdiend? Is de liefde dan zoo boos? Wil zij strikken, lint en roos, In het keurig haar gevest, Als het wee haar boezem prest? Ach! de liefde is zaligheid, Als geen rouwfloers ze overspreidt. Nood mij niet ter danszaal, neen! Gij, trek daar blijmoedig heen: Mij verlokt muziek, noch dans, Mij drukt eerder de ijdle glans, Die geen treurend oog bekoort. Rep mij van vermaak geen woord; Hoe gij vleit en strookt en streelt, Al uw kozerij verveelt. [pagina 98] [p. 98] Nimmer zijt ge veinzens moê: Treedt ge mij op heden toe, Gistren zocht ge een andre min. Leef ik in uw ziel en zin - Ben ik uw Lenore nog? Valschaard, langer geen bedrog! 'k Breek met u mijn eeden af; Wee hem, die ze trouwloos gaf! Ja, mijn liefdegloed doofde uit, Als de vlam van 't springend kruit, Die te spoediger verdwijnt, Naar zij schitterender schijnt. Neen, hoe gij verzoening biedt, Ik geloof nieuwe eeden niet. Neen, hoe gij me streelt en kust, De oude wrok blijft ongebluscht. Hoor, het feestlijk uur is dàar: Hoor 't gekweel van fluit en snaar. Zie, tot zoet vermaak gespoord, Vliegt ter danszaal alles voort; Ga, Lorenzo! laat me in rust; Jaag naar nieuwe liefde en lust; Ga, vaarwel!.... wat vreeslijk uur! God! wat kost die stap mij duur!.... - 1835. - Vorige Volgende