De bessen elfjes
(1944)–Nellie Donker– Auteursrecht onbekend
[pagina 28]
| |
[pagina 29]
| |
Vroeg in 't voorjaar ben 'k te vinden,
De Aaronskelk bloeit forsch en groot,
En in Juli heb ik bessen,
Zacht en sappig, vlammend rood.
'k Weet niet of 'k het wel mag zeggen,
Want ik vind het eigenlijk raar...
Kom, je moet het toch maar weten...
Nu, mijn bloem ruikt vreselijk naar.
En die lucht lokt vele vliegen,
Die dan in de bladschee gaan,
Maar ze moeten eerst hun werk doen,
Eerder kunnen z' er niet vandaan.
En belaân met kostbaar stuifmeel
Vliegen zij de wereld in,
En bevruchten and're bloemen,
Zo heeft de Aaronskelk haar zin.
|
|