heeft, moet ik vrij zijn.’
‘Als je mij niet veracht en als je van me houdt, heb je het recht niet mij zo te behandelen, ga dan weg en laat je niet meer zien.’
‘Ik had je helemaal niet moeten tegenkomen, ik ben geen man voor vrouwen, wat ik nodig heb is een vriend om samen te vechten. Als ik voor de keuze stond tussen vriendschap en wat een vrouw kan bieden, zou ik geen ogenblik aarzelen.’
‘Als je dus de keuze had tussen L. en mij, dan liet je me schieten?’
‘L. is wel een medestander, maar de ware vriend met wie je voor een groot ideaal strijdt, ziet er anders uit, en die moet de eerste plaats in je leven innemen.’
‘Nou, voor mij niet. Jij bent voor mij de eerste en de enige... alleen vroeger, toen had ik de kleintjes...’
‘Je hebt er geen idee van hoe ik moet vechten om mij te verheffen boven mijn liefde voor je - en dat zul je ook nooit begrijpen. De vrouw denkt dat ze zich maar aan een man hoeft te geven om alle andere plichten van het leven te vergeten. Een vrouw wil niet dat je ergens voor leeft, voor een idee... Mijn vader...’
‘Je vader is getrouwd en heeft kinderen, en hij heeft meer geld verdiend dan hij zijn hele leven op kan maken.’
‘Dat komt omdat hij heeft begrepen dat iemand zonder geld de slaaf van de maatschappij is; en omdat hij geld heeft moeten verdienen zodat hij zich niet aan de zaak van de mensheid kon wijden, heeft hij gewild dat ík over het geld kon beschikken om daar vrij voor te zijn.’
‘Dat klinkt prachtig, het klopt als een bus. Intussen wilde je vader niet dat je met de bedienden omging, dat heb je zelf verteld: de liefde voor de proletariërs mocht dus niet van al te dichtbij...’
‘Wij moeten ze opheffen zonder dat ze zelf meespreken,