Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend[LXXX] Refreyn Ga naar eind[LXXX]
OCh God die alle herten kent,
In wat nooden ben ick nv ter tijt;
Noit vrou en leet swaerder torment
Dan mijn arme herte nv en lijdt.
5[regelnummer]
Gaue hi mi troost ick ware verblijdt
Dien ick minne ende seer vrese te verliesen.
Van groten druck mijn herte splijt:
| |
[pagina 148]
| |
Ick en sal voor v gheen ander kiesen.
Gherechtige liefde in mi ghesticht
10[regelnummer]
Wt groter liefden moet ick dit scriuen,
Om uwent wille heb ick dit ghedicht,
Och lief mocht mi v ionste becliuen.
Ga naar margenoot+ Ic en weet van rouwe wat bedriuen,
Van minnen sal ick mijn sinnen verliesen;
15[regelnummer]
Al soudick seluen daer om ontliuen Ga naar eindvs. 15
Ick en sal voor v gheen ander kiesen.
Ander en kiese ick nemmermeer
Al soudicker om steruen duysentich dode,
Van liefden doet mi mijn herte so wee;
20[regelnummer]
Troost mi doch door die liefde van gode,
Lijf en siel staet tot uwen ghebode.
Van minnen sal ick mijn sinnen verliesen,
Troost mi lief, ick ben in node,
Ick en sal voor v gheen ander kiesen.
25[regelnummer]
Och lief mach ick tegen v niet spreken
So is mijn hopen al ghedaen;
Van liefde sal mi mijn herte breken,
Van rouwe so en weet ick wat aengaen;
. . . . . . . . . . . Ga naar eindvs. 29
30[regelnummer]
Van minnen sal ick mijn sinnen verliesen,
Al soudicker die doot voor ontfaen
Voor v en sal ick gheen ander kiesen.
| |
[pagina 149]
| |
Wat heb ick menigen heten traen geweent
Daer mi natuerlike liefde toe dwanck,
35[regelnummer]
Nochtans was v herte also versteent
Ga naar margenoot+ Dat ghi v verblide als ick was cranck;
O god almachtich ick neemt in danck,
Van minnen sal ick mijn sinnen verliesen,
Laeft mi lief met troostigen dranc,
40[regelnummer]
Ick en sal voor v gheen ander kiesen.
Och is dit die trouwe, is dit die iuecht, Ga naar eindvs. 41
Is dit mijn goede vrientscap reene,
Is dit den troost van mijnder ionger iuecht
Die was tusschen ons beyden alleene.
45[regelnummer]
Ick mach wel clagen met swaren weene,
Van minnen sal ick mijn sinnen verliesen,
Troost mi lief en laet v gaen te beene;
Voor v en sal ick geen ander kiesen.
Prince
Daer om princesse, alle ghi amoreuse sinnen
50[regelnummer]
Als ghi wilt minnen mint al met mate
En laet v liefde aldus niet volkinnen, Ga naar eindvs. 51
Ic hebber bi geheleden grote achterbate,
Ic lope gelijc een hont lancx der straten;
Van minnen sal ick mijn sinnen verliesen,
55[regelnummer]
Gheeft mi mijn troost dien ick niet en verlate
Want voor v en sal ic geen ander kiesen.
Finis. ¶ Hier na volgen die Refreynen van sinnen. |
|