Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend[XLVII] Ga naar eind*
Mijn sinnekens in allen genuechten vloyen
als Venus vruchten bloyen
moet ic mijn pluchten moyen Ga naar eindvs. 3
| |
[pagina 93]
| |
denckende eens sonder duchten royen Ga naar eindvs. 4
5[regelnummer]
triemken van minnen om een behaghen.
die pensekens met ghenuchte groyen
om haer te luchten spoyen Ga naar eindvs. 7
menich versuchten broyen Ga naar eindvs. 8
Cupido doet der minnen gehuchten gloyen
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ ontstekende tvier inder minnen schragen Ga naar eindvs. 10
dies ic moet gewagen bi vrienden bi magen,
playsanter noyt mijn ooghen en saghen.
prijsweerdich prijsicse en wert gelaten niet
al waer ic vol plaghen swaer om verdragen
15[regelnummer]
vol totter craghen, si souse veriagen
als si mi een gesicht bi maten biet. Ga naar eindvs. 16
si is een weerelt diese opder straten siet Ga naar eindvs. 17
vol alder caritaten vliet
dus seg ic ter eeren van sulcken ghecrije: Ga naar eindvs. 19
20[regelnummer]
daenschouwen der loueren maect melodije.
Bi die loueren sietmen chiere maken
met die blosende dieren waken
bi sulcke fiere maken, Ga naar eindvs. 23
Venus camenieren naken
25[regelnummer]
want loueren doen alle vruecht bedriuen.
na haer die mans als Ghieren haken
die in Venus vergieren raken
daer sijnde bi dat bestieren blaken Ga naar eindvs. 28
en sueticheyt bi manieren smaken Ga naar eindvs. 29
30[regelnummer]
so dat secretelic moet verholen blijuen. Ga naar eindvs. 30
loueren moet ic eere toescrijuen
bouen alle wijuen oft lustighe lijuen,
Ga naar margenoot+ sonder loueren ware mi cleen verblijdinge.
men siet sommighe catijuen die sitten en kijuen
35[regelnummer]
om die gulden schijuen oft ander missijuen,
dwelc is een vileyn strijdinghe,
maer loueren brenghen certeyn tijdinghe
sdrucs ghemeyn afsnijdinghe, een reen vermijdinge, Ga naar eindvs. 38
| |
[pagina 94]
| |
tis recht dat icker in verblye
40[regelnummer]
want daenschouwen der loueren maect melodye.
Die loueren sietmen nv groene blincken
bi die loueren liefkens schoene wincken
die den wijn sonder vernoyen drincken
dien si tharen verdoene schincken Ga naar eindvs. 44
45[regelnummer]
verheugende malcanderen met iolijte.
amoreuslic hoortmen met saysoene flincken Ga naar eindvs. 46
want si met campioenen mincken, Ga naar eindvs. 47
alle belroenen clincken, Ga naar eindvs. 48
die met bevroene hincken, Ga naar eindvs. 49:
50[regelnummer]
van allen sorgen maken si haer quijte.
si en achten niet een mijte schimpers verwijte,
Ga naar margenoot+ mer tharen spijte smaken si met appetijte
troostelike conseruen soet.
al waer ic vry van ghesmijte oft ghecrijte
55[regelnummer]
telcken inbijte alle dinc tot mijnen profijte Ga naar eindvs. 55
so ist al niet als icse deruen moet.
. . . . . . . . . . . . . .
sonder haer dunct mi tversteruen bloet Ga naar eindvs. 58
stellende druck voor mijn partye
60[regelnummer]
daenschouwen der loueren maect melodye
Prince
Mijn wercken princesse ic sonder vercouwen wercke Ga naar eindvs. 61
als ic v aenschouwen mercke
reyn louerkens int betrouwen stercke
ghi sijt gheeert in elcx presencie
65[regelnummer]
recht ist dat ic v los van rouwe swercke Ga naar eindvs. 65
ic woen in der vrouwen kercke
eewelijc na v kerssouwe hercke Ga naar eindvs. 67
tuwaert roepende om assistencie
een troostighe influencie van uwer eloquencie
70[regelnummer]
aenhoort mijn intencie, neemt mi in v reuerencie
Ga naar margenoot+ laet mi troost secretelic in minnen winnen,
| |
[pagina 95]
| |
om confoort doe ic diligencie een cleen experiencie
van uwer eloquencie eerbaerige silencie
reen loverkens laet mi vruecht int verzinnen winnen
75[regelnummer]
eerbaerlijc salic v bouen vriendinnen kinnen,
niet anders en sal ic beghinnen binnen
mach ic confoort van mijnder troostersse uinnen
v dienaer ic mi eewelic belye,
want daenscouwen der loueren maect melodye.
[houtsnede] |
|