Refreinenbundel
(1940)–Jan van Doesborch– Auteursrecht onbekend[XII] Refreyn
HOe mach ghestadige liefde secretelic
dick tusschen .ij. hertekens so gehuldich sijn, Ga naar eindvs. 2
hoe mach Affrodita dicwils so hetelic,
tvierken der liefden so menichfuldich sijn, Ga naar eindvs. 4
5[regelnummer]
om liefs absencie so onuerduldich sijn Ga naar eindvs. 5
datse die spijse metten dranck versmaden Ga naar eindvs. 6
diese der natueren nochtans schuldich sijn;
hoe noch Eurealus als dorper gheladen Ga naar eindvs. 8-10
metten sack opden hals opclam die graden
10[regelnummer]
Ga naar margenoot+ om bi Lucresiam die liefste te sijne;
hoe staet menich vrouken den eenen in staden, Ga naar eindvs. 11
den anderen weygerende haer medecijne,
al sleypense dblocxkens tot elcken termijne Ga naar eindvs. 13
als Venus ianckerkens nacht ende dach: Ga naar eindvs. 14
| |
[pagina 32]
| |
15[regelnummer]
tis nerghens omme, so ic vine, Ga naar eindvs. 15
om datter maer een int herte mach.
Het ghespin der herten stellinghe Ga naar eindvs. 17
moet wel van wonderliker virtuten sijn;
alle solaes dunct haer een quellinghe
20[regelnummer]
als liefs presentie moet daer buten sijn,
maer als lief bi lief in muten sijn Ga naar eindvs. 21
bevrijdt van alle clappers vileynen,
daerse deen dander therteken ontslutende sijn,
daer sijn dan Venus secreten ghemeyn.
25[regelnummer]
dan custmen, dan helstmen, tis swerelts fonteyn, Ga naar eindvs. 25
dan ist mijn herteken, dan ist mijn boelken.
al coemter dan een verwaent capiteyn
en meent van verre ooc schieten na tdoelken,
mer lasen hi mist, tsit een ander int stoelken.
30[regelnummer]
al maect hi misbaer, en doet gheclach,
tis arbeyt verloren, tis bot wt Roelken, Ga naar eindvs. 31
Ga naar margenoot+ om datter maer een int herte mach.
Al saechdi alle der werelt weeldekens,
die bloemen der vrouwen die wtghelesen sijn
35[regelnummer]
wt Venus berge, die schoonste beeldekens,
ten mach mer een int herte ghepresen sijn
die v sal duncken hoochste gheresen sijn,
minnelicst int wezen zijn, schoonst int aenscouwen,
bi wiens confoort therte moet genesen sijn.
40[regelnummer]
al most Penolope scheyen met rouwen
van haren lieuen Vlixes vol van trouwen
doe hi voor Troyen was in battaelgien,
noyt en sloechse hem eenighe faelgien Ga naar eindvs. 43
| |
[pagina 33]
| |
mer bleef hem ghestadich sose plach,
45[regelnummer]
een ander bliuende wt haerder baelgien Ga naar eindvs. 45
om datter mer een int herte mach.
Prince
Paris versocht om Venus oordeel te gheuene Ga naar eindvs. 47
wie dat hem dochte van .iij. goddinnen sijn
die schoonste van hem int leuene
50[regelnummer]
van Pallas wijsheyt mocht te gewinnen sijn
en alle consten in sijn bekinnen sijn Ga naar eindvs. 51
diemen ter werelt oyt mochte beleyen.
als hi van Iuno mocht te binnen sijn Ga naar eindvs. 53
Ga naar margenoot+ alle der eeren en der heerschapijen
55[regelnummer]
als dander Augustus bi sinen tijen
machtich van rijcdommen Cresus gheliken. Ga naar eindvs. 56
nochtans Venus forme vol melodien Ga naar eindvs. 57
haer presenterende, dede therte swijken
als hi Pallas met Iuno liet strijken;
60[regelnummer]
venus vercoren en int binnenste lach.
de cause waer omme siedi hier blijken:
om datter maer een int herte mach.
[houtsnede] |
|