Surinaamse woorden
In het Surinaams, het Sranan tongo, schrijf men een ‘u’ in woorden met een oe-klank.
a meisje wani ala, na her' blik = het meisje wil alles, het hele blik |
bakra = blanke/witte/Nederlander |
boeroe/buru = boer |
boi = uitroep: jongen |
cellulair/cell = mobiele telefoon |
dokken = wegduiken |
gowtoe/gowtu = goud |
gowtoe linga na joe finga/gowtu linga na yu finga = een gouden ring aan je vinger, regel uit het lied ‘16 april,’ lang geleden gezongen door de bekende Max Woiski |
jéko = uitroep: jeetje |
korjalen: boten die van een uitgeholde boomstam worden gemaakt |
kôw gwe = laten we weggaan |
lord: Engels voor hoge heer |
manjaboom = manja's zijn in Nederland bekend als mango's |
masra = meester. Zo worden een onderwijzer en meester in de rechten genoemd, maar het woord is ook een eretitel |
mi Gado = uitroep: mijn God (geen vloek) |
neuten = palen waarop een huis staat |
non= stopwoord: nietwaar? |
oen mars gwe/un mars gwe = opdonderen |
omoe/omu = oom |
pak rammel/rammelen = pak slaag/slaan |
pepiet = goudklompje |
pinabladeren = bladeren van bepaalde palmboom |
poederrijken = mensen die rijk zijn geworden in de drugshandel; cocaïne wordt poeder genoemd |
powisi = pauwies, vogelsoort |
riddimoesoe/redimusu = roodmuts, rode muts |
soft = frisdrank |
Suri = Surinamer die in Nederland woont |
witte poeder = cocaïne |
zuiver = uitroep: precies |