Dino
1Daar heb je hem weer, mijn bakra-vriend Peter.
2Heb ik hem een mooie tori verteld en wat wil ik dan?
3Natuurlijk! Dat hij mij ook een mooie geeft!
4Een mooi verhaal!
5‘Weet je’, zei ik tegen hem, ‘weet je wat ik ook bij de
6Vreemdelingenpolitie heb gehoord?’
7Ik wilde het nog een keer proberen. Ik zou hem steil
8achterover laten vallen.
9Maar Peter haalde zijn schouders op.
10‘Oké, laat maar’, zei ik. ‘Ik heb niets gehoord.’
11‘Interessant’, zei Peter koeltjes.
12‘Zuiver’, zei ik. ‘Ik kan je beter niet bang maken.’
13‘Doe niet zo interessant’, zei hij.
14Ik lachte en rijmde: ‘Hij vindt mij irritant interessant.
15Maar hij weet niet wat hem nog te wachten staat. Pas maar
16op, pas maar op, Pietertje Pan!’
17Peter zei: ‘Mij maak je niet nieuwsgierig. Ik moet trou-18wens naar huis. Mijn moeder gelooft me nooit, als ik zeg:
19“iemand wilde mij iets vertellen, en daar deed hij een uur
20over en toen had hij nog niets verteld.”’
21Ik protesteerde: ‘We staan hier hoogstens een kwar-22tier.’
23‘Jullie hebben geen tijdsbesef’, zei Peter.
24Ik besloot niet te reageren. Ik zeg niet dat Surinamers geen
25hatelijke opmerkingen maken, maar Hollanders zijn er
26volgens mij meester in.
27Attentie! Ik verzoek jullie om even mee te rekenen.
28Twee schooljongens hebben om twee uur het laatste les-29uur. Dat duurt, merkwaardig genoeg, geen uur, maar vijf-30tig minuten.
31Als de les is afgelopen, wachten zij niet.
32Zij praten niet na met hun leraar. Nee, zij pakken direct
33hun spullen en gaan de klas uit. Zij lopen naar het fietsen-34hok, dat naast het schoolgebouw ligt. Zij staan na, pakweg,
35vijf minuten bij hun fiets. Dan wil de ene jongen aan de
36andere jongen vertellen hoe vervelend de Vreemdelingen-37politie is.
38Die andere jongen kan niet luisteren. Hij is een meneer-39weet-alles en een meneer-vraag-alles. Hij onderbreekt die
40ene jongen voortdurend.
41Het is nu kwart over drie op mijn horloge.