Peter
1‘Goed, als je van Nederland houdt’, zei Dino, ‘dan kun je
2je misschien voorstellen, dat ik van Suriname hou. Goed,
3en stel je nu eens voor, dat je moet vluchten.’
4‘Uit Suriname?’ vroeg ik.
5‘No man’, zei Dino ongeduldig, ‘ik heb het over jou. Jij
6moet uit Nederland vluchten.’
7Wat een onzin. Hoe kan ik me dat nou voorstellen? Je kunt
8Suriname toch niet met Nederland vergelijken? Maar als...
9Als ik zou moeten vluchten, zou ik naar Frankrijk vluch-10ten, denk ik. Daar zijn we vorig jaar op vakantie ge-11weest.
12‘Net als wij vijf jaar geleden in Nederland’, zei Dino.
13‘Maar het slaat nergens op. Nederlanders zijn geen vluch-14telingen.’
15‘Waarom niet?’ hield Dino aan.
16‘Daarom niet. En daarom is geen reden, en als je van de
17trap valt, dan ben je gauw beneden.’
18Ik wou me er even snel vanaf maken. Daar moest Dino om
19lachen.