Peter
1Volgens mij liegt Dino of het gedrukt staat.
2Van mij mag hij van alles verzinnen, als het maar niet over
3Nederland gaat. Hij woont hier pas een paar maanden en ik
4heb hier mijn hele leven gewoond. Dus weet ik meer van
5Nederland dan hij.
6Gisteren was Dino weer opgeroepen door de Vreemdelin-7genpolitie.
8Hij liegt! Hij doet net alsof hij, een jongen van veertien,
9constant achtervolgd wordt.
10Als je hem hoort praten, lijkt het wel of de Vreemdelingen-11politie een stelletje gangsters is.
12‘Pieter Pen’, zei Dino, ‘jij weet niet wat er in je eigen land
13gebeurt.’
14Weer zoiets vervelends: Dino geeft mij en iedereen altijd
15bijnamen. De ene keer noemt hij mij Peter Pan, de andere
16keer roept hij: ‘Hé, Pietje Bel!’ Hij zegt nooit gewoon
17‘Peter’ tegen mij. En Peter Pan spreekt hij uit op zijn
18Engels, de opschepper. ‘Pieter Pen’, zegt hij.
19‘In Suriname spreken wij gemiddeld zo'n drie talen per
20dag. Door elkaar: Nederlands en Engels, en Surinaams en
21ook Hindoestaans en Javaans en Chinees en ga zo maar
22door.’
23Toen hij dat vertelde, heb ik hem uitgelachen.
24‘Hou maar op’, zei ik, ‘volgens mij kom jij helemaal niet
25uit Suriname, maar uit Babel.’
26Mijn moeder heeft laatst een heel verhaal over Babel en de
27Babylonische spraakverwarring gehouden.
28‘Nederlanders weten niets van Suriname’, zei Dino.
29‘En jullie weten zeker alles van Nederland?’ vroeg ik
30spottend.