Voorwoord
Een volk dat zijn eigen verleden niet kent, is een volk zonder identiteit, is geen volk.
Lang was het zo dat ‘geschiedenis’ op de Surinaamse scholen bestond uit Nederlandse geschiedenis en de Surinaamse geschiedenis beperkt bleef tot dode jaartallen van meer, minder of helemaal niet belangrijke gouverneurs. De bewoner van Suriname had geen beeld van het Suriname van vroeger, hij kende het verleden van Nederland beter dan dat van zijn woongebied.
Gelukkig is daarin de laatste jaren verandering gekomen. De belangstelling voor het Surinaamse verleden groeit en daarmee de behoefte aan beelden uit dat verleden. Verhalen uit en over Suriname van vroeger vinden een gretige aftrek, getuige de grote belangstelling voor KRI, KRA!
Bij het samenstellen van KRI, KRA heeft Thea Doelwijt in de eerste plaats literaire maatstaven aangelegd. In GEEN GERAAS OF GETIER staat veel meer het historische aspect op de voorgrond. Fragmenten zijn opgenomen van Surinaamse prozaschrijvers, die schreven over het voor hen nog vrij recente verleden (Rikken), over hun jeugd (Bartelink), over hun eigen tijd (Samuels) en over Indiaanse gebruiken die voor een groot deel nog steeds bestaan (gebroeders Penard). Veel van dit proza kan een zekere literaire waarde niet ontzegd worden en het zal dankbare leesstof worden voor Mulo's, middelbare en kweekscholen.
De poëzie is gelegenheidspoëzie, in haar dikwijls meest slechte betekenis. De berijmde feiten geven echter wel een beeld van die tijd, en ook de vorm van rijmelarij zegt veel over een periode, de eerste helft van deze eeuw, waarin Tollens en Bilderdijk op zijn slechtst helaas vereerde voorbeelden waren. In een historisch overzicht mogen deze rijmen niet ontbreken, we hopen echter dat ze niet een voorbeeld worden voor onze scholieren, maar dat de tegenstelling tot de poëzie na 1957 (Wortoe d'e tan abra) daardoor duidelijk zal worden.
Terecht heeft Thea Doelwijt de cabaretpoëzie van Kruisland een afzonderlijke plaats gegeven. Zoals voor cabaret noodzakelijk ook hier een reaktie op gebeurtenissen van Kruislands tijd, maar in een veel origineler en pittiger vorm. Verschillende oudere Surinamers zullen gelukkig zijn de bekende liedjes na zoveel jaren terug te vinden en misschien wel al neuriënd lezen.
Tenslotte is de bundel extra levendig gehouden door advertenties en curiosa uit kranten van vroeger.
GEEN GERAAS OF GETIER geeft ons een beeld van Suriname