Dit Zesde Deel bevat:
1473-1587. |
De Rekeningen der Claes-kerck aan de Geschiedenis dienstbaar gemaakt. |
Pag. 321-348. |
|
1500-1585. |
De Rekeningen der Buurkerk, aan de Geschiedenis dienstbaar gemaakt.
Deze excerpten zijn wij verschuldigd aan den Heer Dr. F.C. Kist, welke, bij zijne nasporingen, wel bepaaldelijk de Geschiedenis der Toonkunst op het oog hebbende, evenwel, te onzen gerieve, zijnen arbeid in het doorzoeken dier registers, wel heeft willen uitbreiden en aan de geschiedenis der beschaving in het algemeen dienstbaar maken. Moge hij in deze bekentenis, een blijk onzer dankbaarheid vinden. |
Pag. 307-321. |
|
1569. |
Gerardt Grammaye, affin d'avoir Commissaires pour vuider les différens, qu'il a avecq la ville d'Anvers.
Het origineel bezit Jonkh. G.J. Beeldsnijder van Voshol en Vrije Nesse. |
Pag. 223-228. |
1572-1574. |
Stukken, betreffende Jan van der Does, Heer van Noortwyck.
Naar kopijen, vervaardigd door Arn. Buchellius, die daarbij te kennen geeft, die stukken gehad te hebben van Frans van der Does, zoon van den Heer van Noortwijck. |
Pag. 1-8. |
|
1575. |
Stukken, betreffende het klooster van Huyssen.
Dezelve zijn gegeven naar gelijktijdige kopijen, berustende in het Archief der Oud-Roomsch-Katholijken hier ter stede. |
Pag. 229-233. |
|
1608-1611. |
Brieven van Ph. Rovenius aan Sasbold.
De origineelen, waarnaar deze brieven zijn afgedrukt, worden in het zoo even gemelde Archief bewaard, en hebben wij daarvan, gelijk van hetgeen verder uit die verzameling hier weder is medegedeeld, mogen gebruik maken, door de welwillendheid van Zijn WelEerw. den Heer Pastoor A.S. van Werckhoven, aan wiens groote verdiensten omtrent geheel ons werk, wij telkens in erkentelijke bewoordingen getracht hebben hulde te doen, gelijk wij zulks bij deze, naar ons beste vermogen, wederom wenschen te doen. |
Pag. 239-254. |
|
1610-1625. |
Kronijkje van Cornelis Cornelisz.
De text is overgebragt uit het origineel, ons door Jonkh. G.J. Beeldsnijder van Voshol en Vrije Nesse ten gebruike afgestaan, wiens verzameling van geschiedkundige bescheiden, voor ons, wij bekennen het dankbaar, nimmer gesloten was. - De bouwstoffen voor de aanteekenin- |
Pag. 9-222. |
| |
|
gen en bijlagen, moeten wij, voor zoo verre die uit de Stedelijke Registers geput zijn, wederom dank wijten aan de vriendelijke mededeeling van Jonkh. Mr. A.M.C. van Asch van Wyck, terwijl het verdienstelijke van de bijlagen, uit de Staten Registers getrokken, naar vorm en inhoud, even als het voorafspraakje voor de Kronijk gesteld, moet toegekend worden aan den Heer Professor L.G. Visscher, welke geleerde, zoo als wij dat ook elders hebben te kennen gegeven, wel eens zelf voornemens was, die Kronijk uit te geven. |
|
1614-1616. |
Vervolg van de Resolutien der Generale Staten, meer onmiddellijk betreffende de Geschiedenis der beschaving.
Wegens dit vervolg hebben wij, even als wegens de vroegere mededeelingen, groote verpligting aan den Heer Archivarius Dr. P.J. Vermeulen, die ons deze Registers wederom met de meeste heuschheid ter beschikking heeft gesteld. |
Pag. 349-394. |
1615-1625. |
Staatkundige brieven.
Behalve de onder No. 2, 27 en 29 voorkomende, waarvan de originelen in het Archief der Oud-Roomsch-Katholijken gevonden worden, zijn deze brieven overgebragt naar de originelen, onder privaat-personen berustende. |
Pag. 255-306. |
1637. |
Excursus Gisberti Lappii a Waveren JCti Ultrajectini ad vitam et martyrium B.M. Cornelii Musii, ab eximio Dno M.N. Estio editum.
Gegeven naar het origineel, in het Archief der Oud-Roomsch-Katholijken aanwezig. |
Pag. 234-238. |
1638. |
Brief van Bilant aan Co. Huygens.
De oorspronkelijke brief berust onder Jonkh. G.J. Beeldsnijder van Voshol en Vrije Nesse. |
Pag. 233. |
1699. |
Missive van D.J. Hochepied, Consul te Smirna, aan de Admiraliteyt te Amsterdam met een stuk annex.
Het origineel is in dezelfde verzameling te vinden. |
Pag. 394-399. |
utrecht, December, 1846.
J.J. DODT v. Fl.
|
|