daar móét ze altijd even in kijken. De zon schijnt juist op de mooie vergulde rand met krullen. Hè, wat moet het heerlijk zijn om hier zo eens te zitten. Maar dan bij het vuur, want het is wel koud.
Even rilt Geertje in haar dunne jakje. Ze moet opschieten, want Bet wacht op haar. Even nog door het raam kijken en dan zal ze gaan.
Op haar tenen loopt ze naar voren. De ruiten zijn hier dik bevroren. Veel dikker dan aan de zonkant. Voorzichtig ademt ze op een ruit. Er komt een klein rond gaatje, waar ze juist doorheen kan zien. Aan de overkant staat het grote huis van Koker. Wat schittert die ster toch weer mooi boven de deur! Kijk, daar komt een man aan. Hè, nu zit er al weer een vlies op het kijkgaatje. Nog even blazen. Ze moet toch zien, wie daar loopt! En dan zal ze gauw naar het achterhuis gaan. Ziezo, nu kan ze weer wat zien. Ja hoor, hij loopt er nog. Hij steekt schuin over. Hij moet zeker bij de haven zijn, een bijt hakken of zo, want hij draagt een bijl over de schouder, net als Hannes zo dikwijls. Nu is hij vlakbij. Het lijkt Hannes wel! Nee, het líjkt Hannes niet, het ìs Hannes. Zie je wel, net wat ze dacht. Nu gaat hij het ijs op. En als zij vlug naar achteren loopt, kan ze hem weer zien!
Hup, daar gaat Geertje al met vlugge dribbelpasjes de mooie kamer door. Ze is helemaal vergeten, dat ze iets voor Bet moest halen. Ze heeft Hannes gezien en als ze vlug is kan ze hem weer zien. Hup, het afstapje af. Ze struikelt bijna. Nu de gang door en het achterhuis in. Vlug Bet voorbij en naar het raam. Gelukkig, dat is hier niet bevroren. Is Hannes daar nog? Ja hoor! Hij steekt dwars het ijs over. Waar gaat die nu weer heen? Naar de bakker of naar Neel? Kijk, hij staat even stil. Wat ziet hij toch? Scherp tuurt Geertje naar buiten, Hannes voorbij. Daar komt iets aan over het ijs. Ha, nu hoort ze ook wat. Kling-kling, klingeling! Kling-kling, klingeling!
Dat is een arreslee. Snel komt hij naderbij. Sjonge, sjonge, wat een paarden! Gitzwart en met pluimen op hun kop. Geertje drukt haar neus plat tegen de ruit. Die ar is niet van hier. Dat ziet ze zo wel. En het zijn van die mooie paarden. Zeker van een rijke