basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Violetten
spelwijze in bron(nen):
De violetten
varianten:
zinspreuk:
?
gebruikte code:
UTR1
patroonheilige:
?
vroegste bronvermelding:
1522
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Utrecht
(stad/dorp/vrijheid):
district:
gewest:
Utrecht
korte geschiedenis
1519 uit de kameraarsrekening te Utrecht blijkt dat betaald is aan 'Henrick Henricxsz. die bonetmaker, mit syn medeweckers, een retoryckspuele gespuelt, doe die oude scutten gescoten hadden, ende ter eere myns Gen.heeren ende der scutten dair aff belyeft' 30 pond
1522 'die retorykers gesellen, die de stomme personage speelden, op sunte mauritius dach, ter eere van onse heilighe vader, de Paeus belieft' 15 pond
1525 'gegeven den ghemene ghesellen van den rhetoryken bynnen Utrecht van dat zij ter eeren van deser stat tverleden jaer gespeelt hebben ij off iij spullen drie Hoerens gl. belieft' 11 pond en 5 stuivers
1528 'gegeven die rethorisynen nae vermoegen hair supplicatie voor batementen ende speelen, die sy tot loff ende eere der Key.Mat. ende der stadt van Utrecht gespeelt hebben by den Raide belieft' In dit jaar plaatst Utrecht met de Stichtse landen onder het gezag van de keizer.
1529 'die gesellen van der violetten' genoemd. Zie ook het Raadsdagelijks boek: de violetten toegestaan 'batementen te spelen na vermoegen hoere cedulen voer den Raet gelevert' en 'voer hoeren dienst van een scoen personagie ende batement, gedaen tot triumphe van den pays'
1530 'gegeven die camer van de retorisynen bynnen Utrecht, soe als hemlieden gepraesenteert was by enen bode der cameren van rethoryken vande stadt van Leyden, een kaert van derselve camere van Leyden, nae vermogen der supplecatie'
1531 betaald aan de rederijkers
1534 idem aan 'Corn. Sandersz. ende Reynier Pauwelsz. rethorykers' (laatste vermelding in kameraarsrekening). In Pouwelsz spel wordt ene Bacsteen genoemd als eigenaar.
Utrechts Archief, Alfabetisch register op de besluiten van de raad, 31 oktober 1528 tot 31 oktober 1577
Rederijkers:
27 augustus 1529 toestemming aan de ‘gesellen vanden violetten batementen’ te spelen
22 november 1529 voor hun spel tgv de vrede 10 gulden
28 juni 1531 voor ‘zekeren hoeren dienst’ den accijns van 6 vaten bier geschonken
25 februari 1535 hun voor het spelen en gemaakte kosten 18 gulden toegelegd: laatste vermelding
Reinier Pauwelsz, boekbinder:
NB
G.C.M. van Dijck, De Bossche optimaten.
Lid van het OLV Broederschap te Den Bosch, p.463:
1542-1543 Reyner Pouwels, boeckbinder, werkzaam te Utrecht
?Reyer die boecbynder moet borg stellen voor de visch en de accijns daarvan, die hij op de afslag kopen zal, 10 december 1533
?Reyer Pouwels voogdijstelling over zijn minderjarige kinderen, 13 juli 1535
?Reyer Pouwelss protest wegens de weigering tot antwoorden van H. van Borchloe
30 september 1538
Reynier Pauwelssz uitspraak in de zaak van de schout tegen hem wegens overtreding
van het keizerlijk plakkaat op de verkoop van boeken, 10 november 1540
1540 10 november, veroordelingen wegens ketterij: vergiffenis voor Reinier Pouwelsz, boekbinder, wegens voorheen onbesproken gedrag. (Van Asch van Wijck, Bescheiden betreffende het eerste tijdvak van de geschiedenis der hervorming in de stad en provincie Utrecht, 1524-1566, in: Berigten van het Historisch Genootschap te Utrecht deel 4, stuk 2). Kort na 1540 (Mak 1944, 124), verscheen zijn Spel van de Christenkercke dat volgens Mak is geinterpreteerd als door Pauwelsz geschreven om alle verdenking van ketterij van zich te werpen.
1540 en 1549 bij het bezoek van Karel V in 1540 en prins Philips in 1549 lijken rederijkers geen rol te spelen in de festiviteiten, die de keizer en zijn regering vereerden om. als bestrijders van ketters. Festiviteiten lijken bedoeld in kader van een 'vernederingscampagne' van de stad Utrecht, waarin de kerkelijke organisaties een belangrijker rol spelen dan Utrechtse burgers (?).
1577 waarschijnlijk is de kamer dit jaar heropgericht (zie UTR3)
1618 kamer krijgt vergaderruimte toegewezen
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
Hummelen 1 I 2. Mss. UBU, portefeuille 1336. Tspel vande Cristen kercke. Bacsteen me possidet. Reijnier Pouwelsz fecit et Bacsteen scripsit. In dezelfde verzameling bevindt zich: Hummelen 1 I 11. (16e eeuwse hand) Een spul van sinnen vande siecke stadt ende is lanck achtien hondert ende vijventwintich regelen. (in jongere hand) t Schijnt gemaekt ten tijde van Mr. Henrick Dirxzoon als hij en zijns gezellen hun voordeel deden met uijtvoeren van kooren: twelk hem ook in rechte te last gelegt is. [Amsterdams of Utrechts?] en ook nog 's Werelts Aendoen, spel of afschrift van 'uyt lieft geresen' volgens Van Boheemen en Van der Heijden de kamer van Ter Heide, auteur of afschrijver hanteert de zinspreuk Rynckt u selfs. De spelen zijn geschreven op papier dat voorkomt van 1560-1564, volgens Grondijs 1917, xxxiv-xxxv.
G. A. Brands ed., Het Spel van de Christenkercke. Utrecht 1921. Zie over dit stuk en de auteur R. Pauwelsz ook J.F.M. Sterck in: Van onzen tijd 17, 39 en Het Boek 1922, 199-204. G.A. Brands in: Tschr. 43, 203-208. G.A. Evers in: Het boek 1920, 253 ev.
historische nota's:
andere nota's:
Kameraarsrekening 1519 tot 1540?
Raads-dagelijksch boek, 1529, Vrijdag na Bartolomeusdag en 22 nov.
Resolutie van 21 december 1618 en 23 maart en 12 april 1619.
A.M.C. van Asch van Wijck, Plegtige intrede van Philips II binnen de stad Utrecht in den jare 1549. Utrecht 1846. Geen vermelding van rederijkers!
Idem, Plegtige intrede van keizer Karel den vijfden in Utrecht in den jare 1540, voornamelijk volgens den triumphus caroli V. Caesaris van Cornelius Valerius. Utrecht 1838. Geen vermelding van rederijkers, zeer rijke ontvangst.
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Horsthuis 1859.
Horsthuis 1872.
Evers 1920.
Van Sorgen 1885.
Brands 1921.
Dodt van Flensburg 1893.
naar bibliografie