basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Eglantieren
spelwijze in bron(nen):
De eglantieren [1568]/ Akelentier [156?]
varianten:
zinspreuk:
?
gebruikte code:
ZIE2
patroonheilige:
H. Magdalena?
vroegste bronvermelding:
19-07-1568
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Zierikzee
(stad/dorp/vrijheid):
district:
gewest:
Zeeland
korte geschiedenis
Deed deze kamer als Akelentier in 156? mee aan een wedstrijd te Kapelle? De raad besloot op 19 juli 1568 'den prins en gemeengesellen van Eglantieren te contenteren in redelijkheid voor 't spul bij de huldinge door hen gespeelt'. Dezelfde dag nog werd de kamer, samen met de Laurieren, verboden 'geduurende deze periculeuze tijd te speelen'. Deze kamers waren de opvolgers van de Distelbloem die mogelijk na een hervorming verdween. Twintig jaar later, 19 december 1588, kregen de beide kamers Thomas Leverse (? Volgens Meertens 1943 Thomas Lenaerts Rinck) als overdeken. Waarschijnlijk werden ze daarmee ook samengevoegd. Op 8 november 1596 ontvingen de rederijkers accijnsvrijheid. Hoewel de overheid hen dus gunstig gezind was, kregen 'de rhetorijkers' op 9 juni 1608 een speelverbod opgelegd, op verzoek van de predikanten. Op 21 mei 1616 werd een verbod uitgevaardigd, geldend voor de gehele jurisdictie van Zierikzee. De kamers werd niet alleen het spelen verboden, maar ook 'broederschap te exerceren'. De kerkeraad bleef zich actief verzetten tegen kameractiviteiten. De raad bleef in de zeventiende eeuw geregeld overdekens benoemen. In 1623 traden de 'camerspelers' op de door hen gehuurde binnenplaats van het Gasthuis op. In september 1633 kreeg het Gasthuis f.15 voor een spel dat de kamer er had mogen opvoeren. Hoewel verdere gegevens ontbreken is het waarschijnlijk dat de kamer al deze jaren actief was, en mogelijk een vaste relatie met het Gasthuis had. De kerkeraad trachtte nog op 21 augustus 1670 het batementspelen op de jaarmarkt te beletten. Ze verzochten de burgemeesters daartoe actie te ondernemen. Het is (waarschijnlijk) de laatste vermelding van rederijkersleven in Zierikzee.
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
Het is mogelijk, zoals Meertens 1943 aangeeft, dat het lied "'t Catgens en 't hondekens strijdt" dat het beleg van Zierikzee door de Vlamingen en haar ontzet in 1304 tot onderwerp heeft, geschreven is door een zestiende eeuwse rederijker. Zeker is dit niet, en evenmin is duidelijk van welke kamer hij dan lid geweest zou moeten zijn. Zie ZB handschrift Jacob Baselius [bij inspectie hs liedtekst nog niet gevonden].
historische nota's:
andere nota's:
SASD, ASZ 101. Trefwoord rethorijkers, 19 juli 1568 vergoeding voor spelen.
Verder: kerkeraadsnotulen 21 augustus 1670. De rekeningen van het Gasthuis? De criminele registers van het Roodwaarheidboek (9 juni 1608). De Vos: De vroedschap van Zierikzee, voor de namen van overdekens.
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Meertens 1943.
Van Oosterzee 1844.
De Vos 1923.
Schotel 1872, II, 93.
naar bibliografie