basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Domme Burgers
spelwijze in bron(nen):
De domme burgers [1556?]/Matelief/[Carsouwen? [?Kapelle 156x?]
varianten:
zinspreuk:
Bi mate lief [1556?]
gebruikte code:
DOMB
patroonheilige:
H. Maagd Maria
vroegste bronvermelding:
1556
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Domburg
(stad/dorp/vrijheid):
district:
gewest:
Zeeland
korte geschiedenis
Het is mogelijk dat de Domburgse kamer al rond 1550 bestond, zoals Meertens 1943 met een verwijzing naar Kesteloo 1913 beweert. De kamer was in 1556 actief. Dat jaar staat althans vermeldt op een blazoen van de kamer, waarop de patrones Maria is afgebeeld. Volgens Kesteloo is het wapen in de bovenhoek van het houten schild 'denkelijk' van Maximiliaan van Bourgondie, in 1556 heer van Domburg. De Domburgse kamer vergaderde blijkens de stadsrekeningen van 1595/6 in een bovenkamer van het stadhuis, waar ze, op kosten van de stad, een stellage had staan. Naast de toelage van de overheid had de kamer inkomsten uit landerijen en tienden. De Staten van Zeeland verzochten het stadsbestuur in 1625 het optreden van de kamer te verhinderen, omdat de kamerspelen 'zelden betamelijk' zouden zijn. De voorstelling vond desondanks plaats, waarop de Staten de officier van Domburg beboetten en de magistraat aanschreven dit zich niet te laten herhalen. Volgens Kesteloo was dat de laatste vermelding van de kamer.
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
historische nota's:
andere nota's:
Stadsrekeningen 1595/6.
Notulen Staten van Zeeland, 23 juli 1625 en van later dat jaar?
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Meertens 1943.
Kesteloo 1913, 34.
naar bibliografie