basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
Het Wit Lavendel
spelwijze in bron(nen):
Het Wit Lavendel/ Het Lavenderbloemken [1598]
varianten:
zinspreuk:
Uyt levender jonst [1610?]
gebruikte code:
AMS3
patroonheilige:
vroegste bronvermelding:
1598
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Amsterdam
(stad/dorp/vrijheid):
district:
gewest:
Holland
korte geschiedenis
1598 oprichting van de Brabantse kamer
1606 te Haarlem
tussen 1600 en is ook de Brabantse kamer actief in het schrijven, opvoeren en publiceren van stukken, o.m. van Vondel
1613 wedstrijd te Amsterdam, georganiseerd door Het wit lavendel
1613 te Haarlem
1615 optreden bij de loterij van het oude- mannen en vrouwenhuis
1615 te Kethel
1616 te Vlaardingen
1622 nadat de Academie van Coster van 1617 tot 1622 onder contract stond van het Weeshuis, deed hij de Academie in dat jaar over aan de regenten, en speelde de Brabantse kamer voortaan op de Academie, waarvoor huur werd betaald aan het Weeshuis
1621 na dit jaar nemen de klachten van de kerkenraad over de camerspelers sterk toe maar omdat vooral Coster zeer actief is troffen deze klachten vooral de Academie
1624 wedstrijd door Het wit lavendel
1629 te Haarlem
1630 rond dit jaar zou de Brabantse kamer gefuseerd zijn met de Academie, en in 1632 fuseerde deze kamer op last van de burgemeesters met de Eglentier
documenten
reglementen:
ledenlijsten:
Voor een ledenlijst zie Van Boheemen en Van der Heijden. Zie mn. UA Utrecht, Huydecoperarchief, inv.no.164. 1624-1630.
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
Van Boheemen en Van der Heijden, Retoricaal Memoriaal, voor Amsterdam.
historische nota's:
andere nota's:
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Retoricaal Memoriaal.
naar bibliografie