Repertorium van rederijkerskamers in de Noordelijke Nederlanden 1400-1650
(2004)–Arjan van Dixhoorn–Het Wit Lavendelbasisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
Het Wit Lavendel
spelwijze in bron(nen):
Het Wit Lavendel/ Het Lavenderbloemken [1598]
varianten:
zinspreuk:
Uyt levender jonst [1610?]
gebruikte code:
AMS3
patroonheilige:
vroegste bronvermelding:
1598
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Amsterdam
(stad/dorp/vrijheid): district:
gewest:
Holland
korte geschiedenis
1598 oprichting van de Brabantse kamer
1606 te Haarlem tussen 1600 en is ook de Brabantse kamer actief in het schrijven, opvoeren en publiceren van stukken, o.m. van Vondel 1613 wedstrijd te Amsterdam, georganiseerd door Het wit lavendel 1613 te Haarlem 1615 optreden bij de loterij van het oude- mannen en vrouwenhuis 1615 te Kethel 1616 te Vlaardingen 1622 nadat de Academie van Coster van 1617 tot 1622 onder contract stond van het Weeshuis, deed hij de Academie in dat jaar over aan de regenten, en speelde de Brabantse kamer voortaan op de Academie, waarvoor huur werd betaald aan het Weeshuis 1621 na dit jaar nemen de klachten van de kerkenraad over de camerspelers sterk toe maar omdat vooral Coster zeer actief is troffen deze klachten vooral de Academie 1624 wedstrijd door Het wit lavendel 1629 te Haarlem 1630 rond dit jaar zou de Brabantse kamer gefuseerd zijn met de Academie, en in 1632 fuseerde deze kamer op last van de burgemeesters met de Eglentier documenten
reglementen:
ledenlijsten:
Voor een ledenlijst zie Van Boheemen en Van der Heijden. Zie mn. UA Utrecht, Huydecoperarchief, inv.no.164. 1624-1630.
rekeningen:
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
Van Boheemen en Van der Heijden, Retoricaal Memoriaal, voor Amsterdam.
historische nota's:
andere nota's:
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Retoricaal Memoriaal.
naar bibliografie |
|