basisgegevens
gestandaardiseerde naam kamer:
De Witte Lelie en Blauwe Acolye/Missus Scholieren
spelwijze in bron(nen):
De witte lelie en blauwe acolye/Missus Scholieren
varianten:
zinspreuk:
In reynder jonsten groeijende
gebruikte code:
VEE3
patroonheilige:
Onze lieve Vrouwe Boodschap
vroegste bronvermelding:
03-06-1530
gedoopt:
geografisch-politieke situering van de kamer
plaats:
Veere
(stad/dorp/vrijheid):
district:
gewest:
Zeeland
korte geschiedenis
In 1530 voegde Adolf van Bourgondie de twee Veerse kamers samen onder een nieuwe zinspreuk en een nieuwe patrones, maar onder de oude namen en de oude bloemen in het blazoen. De kamer trad onder beide namen op. Ze vervulde vanaf de zestiende eeuw een rol bij processies en intochten van de Veerse heren. Zo traden ze op in 1542 bij de huldiging van Maximiliaan van Bourgondie en in 1589? bij de intrede van Willem van Oranje.
GA Veere, 1353, rekening van Pieter Reyghersberch voor stad en kerk van Vere 1588:
f. LXXI vo. ,
‘Caerle van Os prince vande Camer van Rethorycka betaelt twintig schelling groot vlaams ome dat hen by die vande Weth geschoncken wert op den verzworen maendach dus hyer xx sc. gr.’
f. LXXXI vo.
‘Caerle van Os, betaelt vyer pont groten vlaams hem by die vander Weth toegheleyt in […] sal van zyne diensten binnen de jaere xvC.LXXXVIIJ tyt alse reekeninghe gedaen volgende d’ordonnantie daer van […….] dus hyer iiij pond grooten’
Op 17 augustus 1574 vermaakte Pieternella Jansdr. Ketelaers, weduwe van Willem Cos, eertijds prins, 4 pond vlms aan de kamer, 'verbindende daarvoor haar huis, om daarvan tot haer 's mans zalige gedachtenis en tot haerder memorie een zilveren kop te maken'. In 1595 liet de kamer inderdaad voor dat geld een zilveren beker met de bloem der kamer daarin gegraveerd, ten dienste der broeders vervaardigen.[Schotel II, 174]
[Was deze Pieternella Ketelaer een zuster van Susanna Ketelaer, die was gehuwd met Jan Reygersberch, de zoon van de kroniekschrijver? Vluchtte naar Sandwich [Rooze-St, 532]
[Was Pieter Carbonier lid van de kamer? Hij was schoonvader van Lucas d'Heere. Was hij bovendien vader van Josynken Carboniers? Die was gehuwd met de protestantse Schotse koopman George Kincaid (Quinket of Kinket). Vertrok 1568 naar Schotland [Rooze-St, 431]
'De regering begunstigde de kamer op allerlei wijze, vergoedde de onkosten, die zij moest maken, wanneer zij voor t stadhuis, of bij de blijde inkomsten der Heeren speelden, defroijeerde haar, wanneer zij naar deze of gene plaats ging om prijzen te winnen 'opdat het tot eere der stad mogte zijn'.
In 1588 kreeg Carel van Os, prins van de rederijkers twintig schelling vlaams van de wet wegens verzworen maandag (GA Veere 1353, rekening van Pieter van Reyghersberch voor 1588). De kamer kreeg in 1608 een nieuwe gildenbrief van de Veerse magistraat. In het begin van de zeventiende eeuw vergaderde de kamer op het stadhuis. In 1628 verhuisde ze naar de bovenkamer van het Vleeshuis. De eerste Mei 1549 was de kamer te Middelburg. Ook in de zeventiende eeuw trad ze enkele malen buiten Veere op, maar haar activiteiten lagen minder buiten en meer binnen Veere. Toch stelde Schotel II het volgende over de periode na 1608: 'van dien tijd af ontmoeten wij ze op alle Zeeuwsche en de meeste Hollandsche feesten, en zien wij de kamer menigen lauwer aan hare kroon hechten'. [Schotel II, 173]
'Hare inkomsten waren niet gering, en de heeren en later markiezen van Veere wedijverden ze te vermeerderen. Zoo genoot zij den ontvangst van den windmolen, van den grooten visch-tol, der vischbanken, der balans, der kramen, der Schotsche ellematen, van 's Heeren mande, 't vleeschhuis en de jaarpenningen, drooge coloen genoemd. Ook particulieren begiftigden haar.' [volgt het voorbeeld van Ketelaers, Schotel II, 173/4]
Wel was Missus Scholieren in 1629 te Haarlem en in 1641 en 1672 te Vlissingen. Ze woonde daarna geen rederijkersfeesten meer bij. Binnen Veere bleef ze, althans formeel, als rederijkerskamer actief tot 1793. Eind zestiende en begin zeventiende eeuw was Adriaan Valerius, auteur van de Nederlandtsche Gedenck-clanck, lid van de kamer.
Bij de verbouwing van het Veerse stadhuis eind 16e eeuw werd er ook gewerkt aan de retoricakamer. In 1628 moesten ze wijken, hun kamer werd toen ingericht als weeskamer. Ze waren er 'wel hondert jaren voor desen herwaerts' bijeengekomen. In het zuiderbovenraam van de kamer bevond zich een gebrandschilderd raam met afbeelding van de aankondiging van de geboorte van Jezus. Blom 1994, bevat een afbeelding van de verdieping van het stadhuis waarop de retoricakamer is aangegeven.
In 1685 werd de kamer uitgenodigd te Bleiswijk.
documenten
reglementen:
GA Veere, archief van de rederijkerskamer 1 en 2. Privilegebrief 1530. Privilegebrief 1608. Publicatie bij Kops, 331-351.
ledenlijsten:
GA Veere, archief van de rederijkerskamer 3-5. Voor de periode 1400-1650 van belang: no.3: 1590-1659. Daarin lijsten van gildebesturen en gildebroeders voor de jaren 1592-1659. Waarin folio 48 een opsomming geeft van leden, het jaar van toetreden en aanduiding van beroep.
rekeningen:
GA Veere, archief van de rederijkerskamer, 3-5, rekeningboeken kamer 1590-1793.
inventarissen:
processtukken:
rekwesten:
rentetitels:
correspondentie:
literaire productie:
GA Veere, archief van de rederijkerskamer, 10-17: verzenboeken, register met vragen en antwoorden op rijm van de prins en antwoorden der broeders, 1681-1794.
Werk namens de kamer in:
Der Wit-Angieren eeren-krans, Haerlem, 1630.
Vlissings-redens-lust-hof, Vlissinge, 1642.
Neerlandts vallende oorsaeck, Middelburg, 1673.
En verder individueel werk van leden, tijdgedichten en pamfletten, zie Meertens 1943.
historische nota's:
andere nota's:
GA Veere, 1353, rekening van Pieter van Reyghersberch voor stad en kerk van Vere 1588, f.71vo.
GA Veere, archief van de rederijkerskamer 7. Verzoekschrift van de kamer over gebruik zaal, 1628.
Handschriftencollectie ZGdW, ZB, hs.3750: ceremonies bij de inhuldiging van de heren van Veere.
RAZeeland, aanwinsten 1960, no.17. (RAZ inv.33.2). No.386: opgaven van de volgorde waarin de gilden in Veere in processie gingen (17e eeuw) en no.392, ordonnantien op de gilden.
GA Veere, besluitenboek raad, 5 september 1628.
GA Veere, 311, roodcostuumboek, f.119, orde op de processie ca. 1500.
Tolli, 49 en Zeelands chronyk almanak 1786, 1030: 1519 traden Veerse rederijkers op in Sint Pieterskerk te Middelburg.
GAV ASV, 361, Stadsrekening 1587, f.62 e.v.
RAZ, handschriftenverzameling 33.1, no.951, index notulenboeken van Veere, 1575-18e eeuw. (24 januari 1628, rethorikamer van het stadhuys geweerd. Rethorikamer wie toekomt 12 december, 10 september 1607, 4 maart 1656.
verantwoording
broncitaten:
literatuur:
Meertens 1943.
Tolli 1791.
Blom.
Scherft 1992.
Moens van Bloois 1841.
Ermerins 1790.
Schotel 1872, II, 173-183.
Kops 1774.
Smallegange 1696, 588.
Blom 1994.
naar bibliografie